20-21 / H3 par. 3.5 Gemiddelde voorraad

Goederenstroom
Klas 1hvsb
Schooljaar 2020-2021
Opleiding Verkoopspecialist
Docent mevrouw Jansen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goederenstroom
Klas 1hvsb
Schooljaar 2020-2021
Opleiding Verkoopspecialist
Docent mevrouw Jansen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Inhoud les
  • Lesdoelen en examentermen
  • Algemene inleiding H3
  • Herhaling par. 3.1 t/m 3.4 aan de hand van oefenopdrachten
  • Uitleg par. 3.5 - Gemiddelde voorraad
  • Afgewisseld met interactieve vragen
  • Huiswerk

Slide 4 - Slide

Lesdoelen:
  • Je leert hoe je de economische voorraad
      uit moet rekenen (herhaling).
  • Je leert hoe je de voorraadkosten en het
      voorraadkostenpercentage uit moet
      rekenen (herhaling).
  • Je leert hoe je de gemiddelde voorraad
      moet uitrekenen bij twee
      voorraadmetingen (par. 3.5).
  • Je leert hoe je de gemiddelde voorraad
      moet uitrekenen bij meerdere metingen
      (par. 3.5).


Slide 5 - Slide

De examentermen van par. 3.5:
  • Je moet de gemiddelde voorraad kunnen
      berekenen.
  • Je kent de betekenis gemiddelde voorraad
      per artikel.

Slide 6 - Slide

Waarom is het belangrijk voor een winkelier om te weten hoe groot de voorraad is?

Slide 7 - Open question

Inleiding H3 - Voorraad (is uitwerking vorige vraag)
  • Het is voor een winkelier belangrijk om te weten hoe groot zijn voorraad is.
  • Voorraad neemt veel ruimte in (en veel ruimte kost ook weer geld).
  • Maar een winkelier wil ook geen ‘nee’ verkopen aan zijn/haar klanten.
  • Teleurstellingen zoals ‘nee’ verkoop kun je voorkomen door goed voorraadbeheer.
  • Door bijvoorbeeld inzicht te hebben in je voorraadkosten.
  • Hier gaat H3 over. 


Slide 8 - Slide

Herhaling par. 3.1 t/m 3.4
  • Als herhaling van par. 3.1 t/m 3.4 gaan jullie een document met oefenopdrachten maken.
  • In par. 3.1 t/m 3.4 worden de volgende berekeningen behandeld: 
  1. Berekenen economische voorraad
  2. Berekenen voorraadkosten
  3. Berekenen voorraadkostenpercentage

Slide 9 - Slide

Opdracht par. 3.1 t/m 3.4
  • Ik deel nu een document met opdrachten met jullie in de chat van deze les.
  • Jullie gaan de rest van het eerste lesuur bezig met het maken van deze opdrachten.
  • Daarna kunnen jullie even pauze houden.
  • Om 14:15 uur komen jullie weer online met de camera aan.
  • Dan gaan we de opdrachten bespreken en daarna verder met de uitleg van par. 3.5.

Slide 10 - Slide

Gemiddelde voorraad (par. 3.5)
  • Voor het schatten van de benodigde ruimte, de financieringskosten en het verzekeren van de voorraad, werk je meestal met
     de gemiddelde voorraad.
  • Om de gemiddelde voorraad in aantal stuks te kunnen berekenen, moet je weten hoeveel stuks op verschillende momenten
     in voorraad zijn.
  • Als je de gemiddelde voorraad voor een periode wilt berekenen, dan moet je daarvoor weten wat de voorraad aan het begin
     van de periode was en wat de voorraad aan het eind van de periode was.
  • Deze voorraden noem je de beginvoorraad en de eindvoorraad
  • Een integrale inventarisatie (een inventarisatie van alle artikelen in voorraad) kan helpen bij het vaststellen van de voorraad
     op een bepaald moment.

Slide 11 - Slide

Begin- en eindvoorraad
  • Beginvoorraad is de werkelijke voorraad die je hebt aan het begin van een periode.

  • Eindvoorraad is de werkelijke voorraad die je hebt aan het einde van een periode.

  • Je kunt de voorraad uitdrukken in aantallen (stuks) of in waarde (geld).

Slide 12 - Slide

Berekenen gemiddelde voorraad
Je kunt de gemiddelde voorraad berekenen in:
  • het aantal stuks (de hoeveelheid)
  • een geldbedrag (de waarde van de gemiddelde voorraad)

Slide 13 - Slide

Twee meetmomenten
  • Je kunt de gemiddelde voorraad berekenen aan de hand van
      twee meetmomenten in een periode (meestal een maand,
      kwartaal of een jaar)
  • Je meet dan met de begin- en eindvoorraad in die periode.
  • Je krijgt dan de volgende formule.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Op 1 januari is de waarde van de voorraad € 15.800. Op 31 december is de waarde van de voorraad € 14.200. Wat is de waarde van de gemiddelde voorraad?

Slide 16 - Open question

Uitwerking vraag
€ 15.800 + € 14.200 = € 30.000 : 2 = € 15.000 

Slide 17 - Slide

Meerdere meetmomenten
  • De meeste ondernemers bepalen hun voorraad vaker per jaar en hebben dus niet twee, maar meer meetmomenten van de voorraad in een periode.
  • Dit noem je tussenvoorraden.
  • Als je nu de gemiddelde voorraden wilt berekenen (met meerdere meetmomenten), dan
     gebruik je alle voorraadaantallen die beschikbaar zijn.
  • Je krijgt dan de volgende formule.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Oefenvraag: bereken de gemiddelde voorraad

1/1      € 50.000
1/4     € 60.000
1/7     € 80.000
1/12   € 30.000

Slide 21 - Slide

Uitwerking oefenvraag
1/1        € 50.000 x 0,5 = € 25.000
1/4       € 60.000 x 1      = € 60.000
1/7       € 80.000 x 1      = € 80.000
1/12     € 30.000 x 0,5  = € 15.000
                                                ___________ +
                                                € 180.000   :  3   =  € 60.000

Slide 22 - Slide

Oefenvraag
Bereken de gemiddelde voorraad met de volgende voorraadaantallen van de fietstas 'Carrier':
1 januari            : 34 stuks
1 april                 : 30 stuks
1 juli                    : 40 stuks
1 oktober          : 28 stuks
31 december  : 22 stuks

Slide 23 - Slide

Uitwerking vraag
1 januari :                          34 stuks   x 0,5  = 17
1 april :                               30 stuks    x  1     = 30
1 juli :                                  40 stuks    x  1     = 40
1 oktober :                        28 stuks    x  1     = 28
31 december :                22 stuks    x 0,5 =  11
                                                                                 ______ +
                                                                                  126    :   4   = 31,5    (gemiddelde voorraad is 31,5 stuks)

Slide 24 - Slide

Huiswerk 
  • Maken par. 3.5 vraag 28 t/m 40 op pag. 128 t/m 131 in je boek
  • Huiswerkopdracht en inleverdatum zie in Teams
  • Wie de huiswerkopdracht heeft ingeleverd ontvangt van mij
     de antwoorden op zijn of haar Deltion mail. 

Slide 25 - Slide