Do 5 dec Stappenplan moeilijke woorden

Stappenplan moeilijke woorden
Staat ook in de theorie van de 
online-methode en in je lesboek.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Stappenplan moeilijke woorden
Staat ook in de theorie van de 
online-methode en in je lesboek.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Kunnen 
  • Je weet wat schooltaalwoorden zijn.

  • Je weet wat de stappen zijn van het Stappenplan moeilijke woorden  





 
  • Je kunt de juiste betekenis van schooltaalwoorden geven. 

  • Je kunt de betekenis geven van woorden uit teksten door het 'stappenplan moeilijke woorden' te gebruiken.



Weten 
4

Slide 2 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Zet de stappen van het ‘Stappenplan moeilijke woorden’ in de juiste volgorde.
Snap je als je het woord weglaat? Beantwoord deze vraag met ja of nee. 
Kijk of je een deel van de samenstelling begrijpt van het woord..
Kijk of de betekenis van het woord wordt uitgelegd.
Zoek de betekenis op in het  woordenboek of op het internet.

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Stappenplan moeilijke woorden
        
        1
Lees een stukje terug of verder en
kijk of het woord wordt uitgelegd

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

3.11 stappenplan moeilijke woorden...

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan moeilijke woorden.
Je leest een woord dat je niet kent.
Wat is GEEN stap in dit stappenplan?
A
Kijk naar de plaatjes bij de tekst
B
Kijk naar bekende stukjes in het woord
C
Lees een stukje terug of verder en kijk of het woord wordt uitgelegd
D
Je bekijkt eerst goed de spelling van het woord

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de tweede stap in het stappenplan moeilijke woorden?
A
je leest een stukje vooruit
B
je kijkt naar bekende stukjes in het woord
C
je pakt het woordenboek
D
je vraagt de docent

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'geïntroduceerd' (regel 11)?

Gebruik stap 1 van het Stappenplan moeilijke woorden.
A
Voor het eerst verkocht
B
In elkaar gezet
C
Uit de verkoop gehaald
D
Sterk verbeterd

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de derde stap in het stappenplan moeilijke woorden
A
je raadt het woord
B
je kijkt of er een plaatje bij staat
C
je vraagt het de docent
D
je pakt het woordenboek

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de vierde stap in het stappenplan moeilijke woorden
A
je raadt het woord
B
je kijkt of er een plaatje bij staat
C
je vraagt het de docent
D
je pakt het woordenboek

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent 'tandglazuur' (regel 11)?

Gebruik stap 3 van het Stappenplan moeilijke woorden.
A
In tandglazuur kunnen gaatjes komen.
B
Tandglazuur kan verkleuren.
C
Tandglazuur is het buitenste laagje van je tand.
D
Tandglazuur is kaakbeen.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het?
Gebruik stap 1 van het Stappenplan moeilijke woorden. Wat betekent 'gepusht' (alinea 5)?
A
Met geweld gedwongen iets te doen.
B
Vriendelijk gevraagd iets te doen.
C
Flink aangemoedigd om iets te doen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent de zin: ‘Misschien moet je je daar maar gewoon bij neerleggen.’ (alinea 5)? Gebruik stap 1 van het Stappenplan moeilijke woorden.
A
Misschien moet je beter je best doen.
B
Misschien moet je iemand om hulp vragen.
C
Misschien moet je je er maar niet aan storen.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Lees de zin en kies de goede betekenis van het vetgedrukte woord. Gebruik het stappenplan moeilijke woorden.


Sander heeft kramp in zijn buik en diarree. Zou hij een voedselvergiftiging hebben?
A
allergie
B
ziekte door het eten van bedorven eten

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Lees de zin en kies de goede betekenis van het vetgedrukte woord. Gebruik het stappenplan moeilijke woorden.


Zorg ervoor dat je cijfers na het kerstrapport op peil blijven.
A
op een goed niveau
B
voldoende

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Lees de zin en kies de goede betekenis van het vetgedrukte woord. Gebruik het stappenplan moeilijke woorden.


Als mijn broer geld nodig heeft, komt hij altijd bij mij aankloppen.
A
geld wegpakken
B
vragen om iets

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Lees de zin en kies de goede betekenis van het vetgedrukte woord. Gebruik het stappenplan moeilijke woorden.


Warchild is een organisatie die zich inzet voor kinderen in oorlogsgebieden.
A
winkel
B
bedrijf

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

bepalen
gezamenlijk
diverse
bereid zijn om
na verloop van tijd
grotendeels
na een tijdje
wel willen doen
verschillende
voor het grootste deel
samen
beslissen

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Huiswerk voor ma 9 dec
Maken opdracht 5 t/m 8
Over taal blok 5
leren het stappenplan

Slide 19 - Slide

This item has no instructions