Th11 - BS4




Thema 11 - Transport
BS4 - het bloedvatenstelsel
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson




Thema 11 - Transport
BS4 - het bloedvatenstelsel

Slide 1 - Slide

leerdoelen bs4

Slide 2 - Slide

begrippen BS4
slagaders
haarvaten
aders
aderkleppen
poortader
bloeddruk
bovendruk
onderdruk
hartinfarct
vaatgeruis

Slide 3 - Slide

Bloedvaten
Er zijn drie typen bloedvaten, welke je in de afbeelding hiernaast en in BINAS 84C2 kunt zien.

Slide 4 - Slide

ader
bevat kleppen 
zodat het bloed niet kan
terugstromen

Slide 5 - Slide

Haarvaten
Aders
Welke kenmerken horen bij welk bloedvat? 
Sleep de juiste woorden naar de bloedvaten.
Slagaders
Kleppen
Hoge bloeddruk
Liggen dieper in het lichaam
De wand is één cellaag dik
De wand is dik, stevig en elastisch
Bloed stroomt van de organen weg naar het hart toe
Voedingsstoffen en zuurstof, maar ook koolstofdioxide en andere afvalstoffen gaan erdoorheen, 

Slide 6 - Drag question

Slagaders (1)
Het hart pompt het bloed in de slagaders (longslagaders en aorta), naar de organen toe
De hartkamers pompen het bloed met kracht weg, daarom is de bloeddruk in slagaders hoog
De slagaders zetten eventjes uit, dit kun je voelen aan de polsslag.

Slide 7 - Slide

Slagaders (2)
De meeste slagaders liggen diep in het lichaam, zodat ze niet zo gauw beschadigd kunnen raken. 

De wand van slagaders is dik, stevig en elastisch. Ze hebben geen kleppen, behalve de halvemaanvormige kleppen aan het begin van de longslagader en aorta.

Slide 8 - Slide

Haarvaten (1)
In organen vertakken slagaders zich in steeds kleiner wordende bloedvaten, hierbij wordt de wand steeds dunner. 
Wanneer de wand één cellaag dik is, noem je het een haarvat. Haarvaten vormen in een orgaan een haarvatennet.

Slide 9 - Slide

Haarvaten (2)
In de afbeelding zie je rechts in de cirkel (5) een slagader (6), een ader (4) en een haarvatennet (3). 
Links een doorsnede van een haarvat (7), 1 is een cel, 2 de celkern. 

Haarvaten hebben een lage bloeddruk, en door de dunne wand kunnen voedingsstoffen en zuurstof naar de cellen. Koolstofdioxide en andere afvalstoffen neemt een haarvat weer mee.

Slide 10 - Slide

Aders (1)
De haarvaten komen samen in grote bloedvaten: de aders. Door de aders stroomt bloed van de organen weg, terug naar het hart (longader, bovenste onderste holle ader). De wanden zijn dunner en minder elastisch en er is geen hartslag merkbaar. Ze liggen meestal minder diep in je lichaam.

Slide 11 - Slide

Aders (2)
Veel aders hebben kleppen, vooral die in je armen en benen. Hierdoor kan het bloed maar één kant op: zie de afbeelding hiernaast, het bloed in je benen kan bijvoorbeeld niet meer naar beneden maar moet naar je hart terug! 
(De spieren in je armen en benen helpen de aders leeg te drukken.)

Slide 12 - Slide

Zoals je in de afbeelding kan zien, heeft het bloed van het kindje geen direct contact met het bloed van de moeder! Er zit een laagje cellen tussen, waar sommige gifstoffen niet doorheen kunnen.

Slide 13 - Slide

Poortader (1)
De laatste uitzondering is de poort-ader. Door de poortader stroomt bloed van de dunne darm naar de lever. Het bloed is zuurstofarm maar rijk aan voedingsstoffen die in je dunne darm opgenomen zijn.

De lever slaat een deel van die voedingsstoffen tijdelijk op.

Slide 14 - Slide

Poortader (2)
De lever krijgt zelf zuurstofrijk bloed van de leverslagader, zie het rode bloedvat wat links onderin de lever binnenkomt.

Het bloed stroomt via de leverader weg uit de lever, komt dan in de onderste holle ader terecht en dan in de rechterboezem van het hart.

Slide 15 - Slide

naamgeving 
Binas 84A 

aders naar het hart toe
slagaders van het hart af
+ naam van het betrokken orgaan


bijzonder: poortader / holle aders 

Slide 16 - Slide

zuurstof rijk/arm 
Binas 84A 

let op de longen:
er naar toe = zuurstof arm
er vanaf = zuurstof rijk 

let ook weer op poortader

Slide 17 - Slide

bloeddruk en stroomsnelheid
slagader + ader worden dichtgeknepen
druk wordt er langzaam vanaf gehaald
moment dat bloed weer gaat stromen 
= boven druk   moment dat bloed
normaal stroom = onder druk 

normaal 120 mm Hg 
/ 80 mm Hg 

Slide 18 - Slide

stroomsnelheid van het bloed

Slide 19 - Slide

bloeddruk

Slide 20 - Slide

stimulering in aders 
spieren helpen bij de 
bloeddoorstroming
in de aders 

Slide 21 - Slide

hartinfarct 
bloedstolsel ontstaat of vaat slipt dicht
  • het hart zelf krijgt niet genoeg zuurstof 
  • hart weefsel sterft 

beïnvloed door:
leeftijd / leefstijl / gebruik drugs / 

Slide 22 - Slide

transportsystemen in dieren
enkelvoudige bloedsomloop
dubbele bloedsomloop
  • 1 systeem
  • zuurstof opname in dat zelfde system
  • dubbel systeem
  • zuurstof opname + CO2 afgifte in apart deel (klein + groot)
  • scheiding in het hart

Slide 23 - Slide

tip! 
zoek de poortader

let op! 
longslagader is O2 arm en CO2 rijk!

benoem de longhaarvaten bij een 
circulatie vraag 

Slide 24 - Slide

In de afbeelding
is A een:
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Aorta

Slide 25 - Quiz

In de afbeelding
is de poortader aangegeven met nummer:
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quiz

Sleep de juiste bloedvaten naar de roze vakken.
Poortader
Bovenste holle ader
Leverslagader
Armader
Nierader
Armslagader
Nierslagader
Beenslagader

Slide 27 - Drag question

Is een bloeddruk van 120/80 mm Hg normaal?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

De stroomsnelheid in ........ is het laagst en de totale doorsnede van ....... is het hoogst.
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten

Slide 29 - Quiz

huiswerk
maak opdracht 34 t/m 43

geïnteresseerd wat een verstoorde bloeddruk 
kan veroorzaken? 
maak de context over het fenomeen van Raynaud 

lees bs 5

Slide 30 - Slide