Argumentatie 3

3 vwo
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3 vwo

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Elementen van argumentatie
  • standpunt
  • argument(en),
    feitelijk
    niet-feitelijk

  • eventuele tegenargumenten, weerlegd of niet
  • conclusie 



Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Argumentatie
De diagnose deugt niet, want er zijn meetfouten gemaakt en er zijn gegevens weggeraakt.

  • Wat is het standpunt?
  • Wat is het argument?
  • Wat is de structuur? Enkelvoudig of meervoudig, onderschikkend of nevenschikkend?

Slide 5 - Slide

Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
onder- en nevenschikkende argumentatie

Slide 6 - Quiz

Het Stanislascollege is een goede school. De leerlingen halen goede cijfers.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onder- en nevenschikkende argumentatie

Slide 7 - Quiz

Schooldagen moeten later beginnen. Jongeren hebben een ander bioritme. Minder kinderen komen dan dus te laat op school.
A
enkelvoudige argumentatie
B
onder- en nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meerschikkende argumentatie

Slide 8 - Quiz

'De baron' is een goede muziekschool. De muziekdocenten zijn heel goed dus de leerlingen leren er veel.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 9 - Quiz

Je moet niet roken. Het is ongezond, het kost veel geld en het stinkt.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Onderschikkende argumentatie
D
Onder- en nevenschikkende argumentatie

Slide 10 - Quiz

Nu zonder 'ABC'

Slide 11 - Slide

Argumentatie
De diagnose deugt niet, want er zijn meetfouten gemaakt. De thermometer werkte namelijk niet goed. 

  • Wat is het standpunt?
  • Wat is het argument?
  • Wat is de structuur?

Slide 12 - Slide

Antwoorden
De diagnose deugt niet, want er zijn meetfouten gemaakt. De thermometer werkte namelijk niet goed.

Wat is het standpunt? De diagnose deugt niet
Wat is het argument? Er zijn meetfouten gemaakt / De thermometer werkte niet goed
Wat is de structuur? Onderschikkende argumentatie

Slide 13 - Slide

Argumentatie
Ik voel er niets voor om samen te werken met Patrick. Ik vind hem niet betrouwbaar. Hij heeft vroeger fraude gepleegd en hij komt zijn beloftes niet na. 

  • Wat is het standpunt?
  • Wat is het argument?
  • Wat is de structuur?

Slide 14 - Slide

Antwoord
Ik voel er niets voor om samen te werken met Patrick. Ik vind hem niet betrouwbaar. Hij heeft vroeger fraude gepleegd en hij komt zijn beloftes niet na.
 

Standpunt? Ik wil niet samenwerken met Patrick.
Argument? Niet betrouwbaar, vroeger fraude gepleegd, komt beloftes niet na
Structuur? Onder- en nevenschikkende argumentatie

Slide 15 - Slide

Wat vind je nog lastig?

Slide 16 - Open question