H3A_P2 Herhaling toetsstof NN 0801

Havo 3
Welkom
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Havo 3
Welkom

Slide 1 - Slide

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Doel van vandaag
Herhaling argumentatie, grammatica zinsdelen

Slide 3 - Slide

Programma vandaag

  • zelfstandig lezen Een tafel vol vlinders
  • bespreken huiswerk
  • herhaling toetsstof: argumentatie, grammatica zinsdelen

    Slide 4 - Slide

    1 hoger algemeen voortgezet onderwijs
    2 airconditioning
     3 Algemeen Nederlands Persbureau 4 België, Nederland, Luxemburg
    5 belasting over de toegevoegde waarde
    6 euro
    7 eventueel
    8 groente-, fruit- en tuinafval
    9 water
    10 hotels, restaurants en cafés
    11 in samenwerking met
    12 Koninklijke Nederlandse Voetbalbond
    13 Megahertz 

    Slide 5 - Slide

    14 onder vermelding van 15 International Bank Account Number 16 technisch onderwijsassistent 17 zeer open asfaltbeton 18 zie ommezijde. 

    Opdracht 2: 
    1. letterwoord
    2 verkorting
    3 initiaalwoord
    4 verkorting
    5 initiaalwoord
    6 symbool
    7 afkorting
    8 initiaalwoord 

    Slide 6 - Slide

    9 symbool 10 verkorting 11 afkorting 12 initiaalwoord 13 symbool 14 afkorting
    15 letterwoord
    16 letterwoord
    17 letterwoord
    18 afkorting
    Opdracht 3 
    1 BSN
    2 cv
    3 d.w.z.
    4 DigiD
    5 etc.
    6 hetero 

    Slide 7 - Slide

    7 ivf 
    8 jl. 
    9 kW 
    10 CO2 
    11 LAKS 
     12 BuZa 
    13 NAVO 
    14 pin 
    15 PS 
    16 t.z.t.         17 zzp (of zzp’er)         18 zgn.

    Slide 8 - Slide

    Argumentatie

    Slide 9 - Slide

    Lees de zinnen en schrijf op:
    De diagnose deugt niet, want er zijn meetfouten gemaakt. De thermometer werkte namelijk niet goed. 

    • Wat is het standpunt?
    • Wat is het argument?
    • Wat is de structuur?

    Slide 10 - Slide

    Lees de zinnen en schrijf op:
    Ik voel er niets voor om samen te werken met Anna. Ik vind haar niet betrouwbaar. Ze heeft vroeger fraude gepleegd en ze komt haar beloftes niet na. 

    • Wat is het standpunt?
    • Wat is het argument?
    • Wat is de structuur?

    Slide 11 - Slide

    Elementen van argumentatie
    • standpunt
    • argument(en), feitelijk of niet-feitelijk
    • enkelvoudig of meervoudig
    • eventuele tegenargumenten, weerlegd of niet
    • conclusie (kan weer het standpunt zijn)



    Slide 12 - Slide

    Vragen?

    Slide 13 - Slide

    Zinsontleding



     waarom ontleden we eigenlijk?

    Slide 14 - Slide

    Stappenplan zinsontleding
    1. Zoek de p.v. 
    *HOE? 
    1. Verdeel de zin in zinsdelen

    2. nw of ww gezegde? Beschrijving/eigenschap of actie/handeling?
    3. Zoek het onderwerp: wie/wat + pv?


    Slide 15 - Slide

    Stappenplan zinsontleding

    1. Zoek het lv: wie/wat + pv + ow? [tip: maak zin lijdend / tip: wie/wat ondergaat de handeling?]
    2. Zoek het mw: aan wie of voor wie/wat + pv + ow + lv [tip: vaak ww als 'geven', 'sturen', 'schenken', 'bieden']

    3. Restgroep: bijw. bep: geeft antwoord op 'hoeveel' 'hoe laat', 'hoe', 'waarom', etc.

    Slide 16 - Slide

    wat is het ow?
    Mijn zusje geef ik graag een cadeautje.
    A
    mijn zusje
    B
    een cadeautje
    C
    ik
    D
    er staat geen ow in de zin

    Slide 17 - Quiz

    wat is het mw?
    Mijn zusje geef ik graag een cadeautje.
    A
    mijn zusje
    B
    een cadeautje
    C
    ik
    D
    er staat geen mw in de zin

    Slide 18 - Quiz

    bepaal het lv:
    Na veel gedoe blijkt mijn broer klassenvertegenwoordiger te worden.
    A
    mijn broer
    B
    klassenvertegenwoordiger
    C
    na veel gedoe
    D
    er staat geen lv in de zin

    Slide 19 - Quiz

    bepaal de bijw bep:
    Na veel gedoe blijkt mijn broer klassenvertegenwoordiger te worden.
    A
    mijn broer
    B
    klassenvertegenwoordiger
    C
    na veel gedoe
    D
    er staat geen bijw bep. in de zin

    Slide 20 - Quiz

    wat is het nw gezegde?
    Voor die functie zou zij misschien de beste kandidaat kunnen zijn.
    A
    er staat geen nw gezegde in de zin
    B
    zou kunnen zijn
    C
    de beste kandidaat
    D
    zou de beste kandidaat kunnen zijn

    Slide 21 - Quiz

    bepaal de bijw bep.
    Voor die functie zou zij misschien de beste kandidaat kunnen zijn.
    A
    er staan geen bijw bepalingen in de zin
    B
    Voor die functie
    C
    voor die functie EN misschien
    D
    misschien

    Slide 22 - Quiz

    wat is het lv?
    Jij geeft je ouders toch graag elke week een doos chocolaatjes?
    A
    graag
    B
    een doos chocolaatjes
    C
    je ouders
    D
    elke week

    Slide 23 - Quiz

    Welk antwoord is correct?
    Geef mij snel die papieren aan!
    A
    snel = lv mij = mw
    B
    die papieren = lv geef aan = ww gez
    C
    die papieren = ow mij = lv
    D
    geef = pv mij = ow

    Slide 24 - Quiz

    Vragen?

    Slide 25 - Slide

    Zelfstandig werken
    Extra oefenzinnen ontleden in groepjes


    OF 

    Oefentoets pag. 133

    Slide 26 - Slide

    Huiswerk vrijdag 11 jan.
    1. toetsstof leren 
    2. laatste vragen paraat hebben




    Slide 27 - Slide

    Wat hebben jullie geleerd?
    Tot vrijdag! 

    Slide 28 - Slide