Thema 3 Het bloed + bloedvaten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo lwoo, k
• Leerjaar 2

Th.3 Het bloed

Het bloed

Korte herhaling van Basisstof 1

Begin van Basisstof 2

de bloedvaten

Wat ga je leren?

 Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.

Je kunt de verschillende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.

Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?

1. Vervoeren van zuurstof
2. Ziekteverwekkers doden
3. Bloed laten stollen
4. voedingsstoffen vervoeren

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?

1. Zuurstof vervoeren
2. Ziekteverwekkers doden
3. Bloed laten stollen

Wat is de belangrijkste taak van de bloedplaatjes?

1. Vervoeren van zuurstof
2. Ziekteverwekkers doden
3. Bloed laten stollen
4. Vervoeren voedingsstoffen

In de rode cirkel zie je:

1. Een rode bloedcel
2. Bloedplaatje
3. Een witte bloedcel
4. Een blauwe bloedcel

In de rode cirkel zie je:

1. Een rode bloedcel
2. Bloedplaatje
3. Een witte bloedcel
4. Een blauwe bloedcel

De samenstelling van bloed

Bloed bestaat uit de vloeistof bloedplasma (55%) met daarin bloedcellen en bloedplaatjes

(45%).

Het bloedplasma vervoert vele stoffen: voedingsstoffen, koolstofdioxide en andere afvalstoffen, en beetje zuurstof.

Rode bloedcellen

- Kleine ronde schijfjes

-Geen celkern

-Vervoeren zuurstof.

- Hemoglobine, een stof met een rode kleur. Hierdoor kunnen de rode bloedcellen gemakkelijk zuurstof opnemen.

witte bloedcellen

- Hebben een celkern

- Geen vaste vorm

Daardoor kunnen ze door kleine openingen in de wand van de kleinste bloedvaten heen 

Witte bloedcellen maken ziekteverwekkers onschadelijk. Eén type witte bloedcel doet dat door ziekteverwekkers op te nemen en kapot te maken.

bloedplaatjes

- Zijn geen cellen, maar delen van uiteengevallen cellen

- Geen celkern

 

In bloedplaatjes zitten stoffen waardoor het bloed stolt als het buiten de bloedvaten komt. Dit noem je de bloedstolling. 

Slagaders

-Het hart pompt bloed in de slagaders. 

-Slagaders liggen meestal diep in je lichaam.

-Door slagaders stroomt het bloed weg van het hart.

- Het bloed in slagaders bevat veel zuurstof. 

Haarvaten 

-  De kleinste bloedvaten heten haarvaten. 

- Haarvaten liggen overal in je lichaam.

- De wanden zijn heel dun. Bloedplasma kan door deze wand heen. 

- In dat vocht zitten zuurstof en voedingsstoffen. 

- Dit vocht gaat naar de cellen in je lichaam. 

Aders

- De haarvaten komen samen in grotere bloedvaten. 

- Door de aders stroomt het bloed weer terug naar het hart.

- Het bloed in de aders bevat weinig zuurstof.  

- De wanden zijn dunner dan die van de slagaders, maar dikker dan de wanden van de haarvaten.

- Ze liggen dicht onder de huid.

Maken 

Basisstof 3.1 - opdracht 1 t/m 7,   (4 = werkblad)

(let op ook geresette opdrachten)

Basisstof 3.2 - opdracht 2, 3