Eindstrijd Grieken - klas G1

Eindstrijd De Grieken
1 / 45
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Eindstrijd De Grieken

Slide 1 - Slide

De les gaat zo beginnen
Pak je etui en boek
 tas van tafel
Laptop blijft in de tas
Als timer is afgelopen ligt alles klaar en zijn we stil :)

timer
1:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Laatste debat
  • Vandaag gaan we nog één laatste wedstrijd doen om nog laatste punten binnen te sprokkelen. 
  • Dit gaan we doen met een quiz met 3 rondes. 
  • Iedere ronde gaat over een leertekst die je moet leren voor de toets. 
  • In iedere ronde zijn ook (onafhankelijk van elkaar) punten te halen. In totaal zijn er 450 punten te verdelen. 

Slide 3 - Slide

Debat Pella en Chios
Verwachting gedrag: We zijn stil en mengen ons niet in het debat
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Tussenstand!

Slide 5 - Slide

Ronde 1
De identiteit van Poleis

Slide 6 - Slide

De identiteit van Poleis
Het oude Griekenland was eigenlijk niet één land: het was een verzameling van verschillende poleis die soms samenwerkte en soms juist elkaar in de haren vlogen. Iedere poleis leek in veel opzichten op elkaar. Maar iedere poleis had ook heel duidelijk haar eigen identiteit

Door de klas heen hangen beschrijvingen van de verschillende poleis. Bekijk de 8 bronnen, bepaal wat je ziet, en koppel de juiste stadstaat eraan. Er mag telkens maar 1 iemand lopen van het groepje. Ieder goed antwoord levert 10 punten op.  

Slide 7 - Slide

timer
1:00
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Ronde 2
Goden herkennen

Slide 9 - Slide

Goden herkennen
De Grieken waren polytheïstisch: ze hadden meerdere goden die allemaal hun eigen 'taak' hadden. Ze leken in veel zaken op mensen, maar ze hadden bovennatuurlijke krachten. 

Herken de goden. Zo direct komen op het bord 15 bronnen van of over de Griekse goden. Schrijf telkens op het wisbordje over welke god de afbeelding gaat. 
Voor ieder goed antwoord is 5 punten te verdienen. 

Slide 10 - Slide

timer
1:00

Slide 11 - Slide

1

Slide 12 - Slide

2

Slide 13 - Slide

3

Slide 14 - Slide

4

Slide 15 - Slide

Op een mooie dag loopt deze godin door de tuinen van de Olympus. De zon schijnt op haar lange donkere haren. Opeens hoort ze geluid vanuit de bosjes. Even is de bang dat het haar overspelige man is. Maar een paar seconde later ziet ze haar geliefde pauw. Ze slaakt een zucht van verlichting. 
5

Slide 16 - Slide

6

Slide 17 - Slide

7

Slide 18 - Slide

8

Slide 19 - Slide

9

Slide 20 - Slide

10

Slide 21 - Slide

11

Slide 22 - Slide

Op een goede dag zat deze godheid achter de nimf Syrinx aan. Zij had geen interesse in hem en bad tot de goden terwijl ze zijn adem al in haar nek voelde. Haar gebed werd verhoord en ze veranderde net op tijd in een rietstengel. Daar maakte de godheid toen zijn fluit van.
12

Slide 23 - Slide

13

Slide 24 - Slide

14

Slide 25 - Slide

15

Slide 26 - Slide

Ronde 3
Politieke waarheden?

Slide 27 - Slide

Politieke waarheden?
Iedere polis koos een eigen politieke staatsvorm, afhankelijk van de eigen cultuur en de situatie waarin de polis op dat moment zat. In totaal waren er 4 staatsvormen waar tussen werd afgewisseld. 

Er komen zo 15 stellingen op het bord. Bepaal samen of de stellingen waar zijn of niet. Denken jullie dat het waar is: steek dan je groene bordje omhoog. Denk je dat het niet waar is, steek dan je rode bordje omhoog. 
Voor ieder goed antwoord is 5 punten te verdienen

Slide 28 - Slide

timer
1:00

Slide 29 - Slide

WAAR OF NIET WAAR?
1. Democratie werd alleen in Athene doorgevoerd
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 30 - Quiz

WAAR OF NIET WAAR?
2. In een aristocratie heeft 1 persoon de macht over de poleis.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 31 - Quiz

WAAR OF NIET WAAR?
3. In een monarchie weet de nieuwe heerser alleen zelf dat hij de nieuwe heerser gaat worden.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 32 - Quiz

WAAR OF NIET WAAR?
4. Een tiran kan beslissingen nemen over meerdere poleis.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 33 - Quiz

WAAR OF NIET WAAR?
5. Een monarch weet in principe al vanaf zijn geboorte dat hij de leider van een poleis wordt.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 34 - Quiz

WAAR OF NIET WAAR?
6. In een aristocratie deelt een groep van gelijkene de macht.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 35 - Quiz

WAAR OF NIET WAAR?
7. In een democratie zijn de meeste mensen niet voorbereid om te regeren.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 36 - Quiz

WAAR OF NIET WAAR?
8. In een democratie krijgt iedereen zijn zin.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 37 - Quiz

WAAR OF NIET WAAR?
9. Een tiran hoeft zijn macht niet te delen, waardoor hij heel snel en effectief kan regeren.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 38 - Quiz

WAAR OF NIET WAAR?
10. In tijdens van oorlog is een monarchie hebben een verstandige keuze.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 39 - Quiz

WAAR OF NIET WAAR?
11. Een tiran is beter voorbereid op de macht dan een monarch.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 40 - Quiz

WAAR OF NIET WAAR?
12. In een aristocratie kan er makkelijk oorlog ontstaan, omdat de heersers onderling ruzie kunnen krijgen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 41 - Quiz

WAAR OF NIET WAAR?
13. Bij een democratie is het heel duidelijk wie de macht heeft
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 42 - Quiz

WAAR OF NIET WAAR?
14. Bij een democratie is er volledige gelijkheid in de polis.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 43 - Quiz

WAAR OF NIET WAAR?
15. De meeste poleis waren een monarchie.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 44 - Quiz

Afsluiting
Toetsstof: 
leertekst tijdsprong, les 1, les 2, en les 4. 

Veel succes met leren!

Slide 45 - Slide