Grootheden en eenheden N3

Grootheden en eenheden N3
temperatuur, lengte, gewicht, tijd
1 / 19
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Grootheden en eenheden N3
temperatuur, lengte, gewicht, tijd

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Wat is het vriespunt?

Slide 3 - Slide

Hoe meet je temperatuur?

  • De temperatuur meet je met een thermometer.
  • In Europa meten wij de temperatuur in graden Celsius.

Slide 4 - Slide

soms gaat de temperatuur onder de 0°C

dan lezen we de temperatuur met een - (min) voor

Slide 5 - Slide

Welke temperatuur moet een
koelkast hebben?
A
30 °C
B
4 °C
C
-10 °C

Slide 6 - Quiz

Wat is een normale lichaamstemperatuur?
A
0 °C
B
-10 °C
C
37 °C
D
50 °C

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Gewicht: wat geeft het aan?

Slide 9 - Slide

Met welke verschillende eenheden kun je gewicht aangeven?

Slide 10 - Mind map

Welke eenheden van gewicht zijn er?
Eenheid
Afkorting
ton
t
kilogram
kg
gram
g
milligram
mg

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Welke eenheid van gewicht hoort bij dit voorwerp?
A
mg
B
g
C
kg
D
t

Slide 13 - Quiz

Hoeveel dagen zitten in een schrikkeljaar?
A
364
B
365
C
366

Slide 14 - Quiz

Hoeveel maanden zitten in een kwartaal?

A
4
B
12
C
6

Slide 15 - Quiz

Hoeveel weken zitten er in een kwartaal?
A
4
B
13
C
12
D
52

Slide 16 - Quiz

Hoeveel seconden in een uur?
A
60
B
360
C
3600

Slide 17 - Quiz

Geld
Er zijn regels voor schrijfwijze van geld:
- bedragen in euro's altijd TWEE CIJFERS ACHTER DE KOMMA: € 275,25
- decimaalteken is KOMMA (punt wordt fout gerekend!)

- betalen met je pas/telefoon: bedrag wordt PRECIES afgeschreven
- contant betalen: bedrag afronden op 5 cent

Slide 18 - Slide

Zelfstandig werken
Zoals in Studiewijzer staat:
Rekenblokken niveau 4
Domein Grootheden en Eenheden
Maak opdrachten en lestoetsen

 

Slide 19 - Slide