Politieke partijen

Politieke partijen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Politieke partijen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1- Je kan de verschillende functies van politieke partijen benoemen en uitleggen.
2- Je kan drie verschillende ontwikkelingen in de maatschappij omschrijven rondom stemgedrag van kiezers.
3- Je kan een voordeel en een nadeel geven rondom het begrip 'fractiediscipline'.

Slide 2 - Slide

Politieke partij
-> bestaat uit een groep mensen  met globaal dezelfde ideeën over een ideale samenleving.

one-issue partijen: politieke partijen die een specifieke doelgroep vertegenwoordigen of zich vooral focussen op 1 aspect van de samenleving.
Voorbeelden: BBB, 50Plus, PvdD, Bij1


Slide 3 - Slide

Functies van politieke partijen

1- Integratie van ideeën 
2- Articulatie
3- Informatie
4- Participatie
5- Selectie van kandidaten

Slide 4 - Slide

Ontwikkelingen stemgedrag NL
1e: Eerst stemde iedereen jarenlang trouw op dezelfde partij
-> ontzuiling en individualisering veranderde dit.
2e: Dalende ledenaantallen bij politieke partijen.
(800.000 in 1950. 370.000 in 2022.)  -> minder contributie inkomsten en minder geschikte kandidaten.
3e: Door uitbreiding EU is het bereik voor nationale partijen kleiner geworden.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Fractiediscipline
Afwijkende standpunten van fractieleden worden niet zo gewaardeerd. (Pieter Omtzigt binnen CDA)

Voordeel: eenheid uitstralen en kan bepalend zijn bij hoofdelijke stemmingen.
Nadeel: kritische tegengeluiden krijgen weinig ruimte, komt niet ten goede van het debat. ('dit is nu eenmaal zo besloten')

Slide 8 - Slide

Stelling 1
'Er moeten meer wegen gebouwd worden om files te voorkomen'.


Slide 9 - Slide

Stelling 2
'Nederland moet meer geld geven aan arme landen'.

Slide 10 - Slide

Stelling 3
'Uitkeringen moeten minder makkelijk te krijgen zijn'.

Slide 11 - Slide

Stelling 4
'Er mag best een verschil zitten tussen arm en rijk'.

Slide 12 - Slide

Stelling 5
'Nederland moet net als andere landen meer geld geven aan defensie'.

Slide 13 - Slide

Stelling 6
'De overheid moet minder regels opleggen aan de bevolking'.

Slide 14 - Slide

Stelling 7
'Leerlingen moeten op scholen meer inspraak krijgen'.

Slide 15 - Slide

Stelling 8
'Werknemers moeten meer rechten hebben dan werkgevers'.

Slide 16 - Slide

0

Slide 17 - Video

Stelling 9
'Nederland moet uit de Europese Unie stappen, het kost te veel geld'.

Slide 18 - Slide

Stelling 10
'Er moet meer worden gedaan voor de bescherming van het milieu'.

Slide 19 - Slide

Stelling 11
'Nederland moet de grenzen sluiten voor nog meer buitenlanders'.

Slide 20 - Slide

Stelling 12
'Winkeliers mogen zelf beslissen of ze op zondag open willen zijn'.

Slide 21 - Slide

Stelling 13
'Eigen verantwoordelijkheid is belangrijker dan voor elkaar zorgen'.

Slide 22 - Slide

Stelling 14
'De overheid moet meer geld uitgeven aan het openbaar vervoer'.

Slide 23 - Slide

Stelling 15
'Er moet veel veranderd worden in het huidige beleid van Nederland'.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video