Je kent de cliënt/groep nog niet en je hebt daardoor geen informatie vooraf
Je kent de cliënt/groep al en je kan bouwen op de informatie die je al weet
Slide 14 - Slide
1. Nieuwe cliënt
Onderzoek doen naar wie de cliënt is
Onderzoek naar directe informatie: de cliënt zelf, familie, andere hulpverleners
Onderzoek naar indirecte informatie: informatie over het ziektebeeld en/of het gedrag van de cliënt
Slide 15 - Slide
Hulpmiddelen
Intakelijst aan de hand van de levensloop
Open intakelijst
Hulpvraaggerichte intakelijst
Mediagerichte intakelijst
Observatie
Slide 16 - Slide
2. Je kent de cliënt/groep
Maak op basis van de informatie waar je over beschikt een beginsituatie
Verzamel indien nodig aanvullende informatie
Slide 17 - Slide
Doelen bepalen
Waar wil je naartoe werken?
Wat moet iemand na een bepaalde tijd kunnen/weten?
Vloeit voort uit de hulpvraag of zorgbehoefte
Altijd SMART formuleren
Slide 18 - Slide
Plan voorbereiden
om wie gaat het; de cliënt(en) dus, maar ook wie doet wat op welke manier;
waarom vindt de activiteit plaats, het doel;
wat vindt er precies plaats, welke middelen, welke benaderingswijze;
welke activiteiten zijn er nodig (waarmee);
in welke omgeving vindt de activiteit plaats (waar);
het tijdstip en de duur van de activiteit, maar ook de frequentie (wanneer).
Slide 19 - Slide
Plan van aanpak
Je plan van aanpak beschrijf je altijd op een uitgebreide manier zodat het voor een collega ook duidelijk is wat hij/zij moet doen ingeval van overname.