herhaling Modalverben

Wiederholung Modalverben + wissen
De modale hulpwerkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Wiederholung Modalverben + wissen
De modale hulpwerkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 1 - Slide

Die Modalverben
timer
2:00

Slide 2 - Slide

Modalverben

Slide 3 - Slide

können
mögen
müssen
sollen
wollen
wissen
dürfen
mogen, toestemming hebben 
weten
kunnen
aardig vinden
lusten
leuk vinden
willen
moeten 
( wil ander)
moeten 
( noodzaak)
moeten 
( mening vragen)

Slide 4 - Drag question

Die Straße ______ abgesperrt werden.
moet

Slide 5 - Open question

_____ ich das sofort bezahlen?
Moet

Slide 6 - Open question

Du ______ den Mund halten!
moet

Slide 7 - Open question

_______ man hier rauchen?
Mag

Slide 8 - Open question

Vervoeging Präsens Modalverben
Wat klopt NIET?
A
Alle werkwoorden van modaliteit hebben klankverandering in het enkelvoud.
B
Alle werkwoorden van modaliteit hebben geeen uitgang bij ich en er/sie/es.
C
Alle werkwoorden van modaliteit zijn regelmatig in het meervoud.
D
Alle werkwoorden van modaliteit zijn hulpwerkwoorden.

Slide 9 - Quiz

Glaubt ihr, dass ihr teilnehmen _____?
können

Slide 10 - Open question

Kleine Kinder _______ gerne Schokolademilch.
mögen

Slide 11 - Open question

______ du gerne Schokoladenmilch?
mögen

Slide 12 - Open question

Er ________ keine Freunde sehen.
dürfen

Slide 13 - Open question

Ich ____ morgen gerne Tennis spielen.
wollen

Slide 14 - Open question

Was ______ ihr morgen machen?
wollen

Slide 15 - Open question

herhaling Modalverben

Slide 16 - Slide