Verleden Tijd

Les 2: verleden tijd
Wat gaan we doen?
  • Uitleg verleden tijd
  • Oefenen
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 2: verleden tijd
Wat gaan we doen?
  • Uitleg verleden tijd
  • Oefenen

Slide 1 - Slide

Verleden tijd:       TaXiKoFSCHiP
  1. Stam:                      hele werkwoord -en                  (zagen -> zaag)
  2. Laatste letter van stam in taxikofschip?
  3. Ja:                             +te
  4. Nee:                          +de
  5. Meervoud:             extra 'n'
'Ik zaagde de takken van de boom, toen kiepte hij de kruiwagen om en zo bouwden wij verder aan onze tuin.'

Slide 2 - Slide

Uitzondering!
Als een werkwoord eindigt op -ven en -zen, dan eindigt de stam op 'v' en 'z'. 

De 'v' en de 'z' zitten niet in TaXiKoFSCHiP en dus komt er de(n) achter de stam (ook al eindigt de ik-vorm wel op 'f' of 's').

Zweven        >        zwev       >      ik zweefde 

Slide 3 - Slide

Voorbeelden:
leven   >   lev   >   leef   >   leefde(n)

verhuizen   >   verhuiz   >   verhuis   >   verhuisde(n)

erven   >   erv   >   erf   >   erfde(n

vrezen   >   vrez   >   vrees   >   vreesde(n)

Slide 4 - Slide

Wat is de juiste spelling?

'Vorig jaar ... ik vaak door het bos.' (wandelen)
A
Wandelte
B
Wandelde

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste spelling?

'Donna ... als kind al erg goed.' (schaatsen)
A
Schaatste
B
Schaatsde

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste spelling?

'De meisjes ... toen door de zaal.' (dansen)
A
Dansde
B
Dansten
C
Dansden
D
Danste

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste spelling?

'Hij praat.. over zijn drugsverleden.'
A
te
B
e

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste spelling?

'Sjoerd strikt.. zijn veters.'
A
te
B
e

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste spelling?

'Hannah voerd.. haar katten altijd 's avonds.'
A
e
B
de

Slide 10 - Quiz

Oefenen
Studiemeter > Starttaal Online > 2F > Taalverzorging > Werkwoordspelling

Verleden tijd

Slide 11 - Slide