Tekstverbanden havo




H3 Lezen - tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson




H3 Lezen - tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Uitleg H3 Lezen: tekstverbanden en signaalwoorden:
  • herhaling tekstverbanden H1 en 2
  • Uitleg tekstverband H 3 (nieuw)
  • Het vijfde uur: toets bespreken

Slide 2 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden
  • In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea's met elkaar samen: heet verband in de tekst.
  • Door te letten op verbanden kun je tekst beter begrijpen en bestuderen.
  • Vaak te herkennen aan signaalwoorden.

Slide 3 - Slide

Tekstverbanden H 1 en H2
Chronologisch verband
  • De gebeurtenissen worden in de juiste tijdsvolgorde beschreven.
  • Te herkennen aan verschillende signaalwoorden: nu, vroeger, later, eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen.

Slide 4 - Slide

Voorbeeld chronologisch verband
Voorbeeld:
  • Dadelijk treedt Ronnie Flex op. Later zingt Lil' Kleine ook nog een nummertje.
  • Als ik naar school ga, moet ik eerst naar station Zevenaar fietsen, daarna neem ik de trein naar Didam en vervolgens moet ik nog een stukje lopen.

Slide 5 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden
Opsommend verband
  • een aantal zaken worden achter elkaar opgenoemd (opsomming).
  • Te herkennen aan signaalwoorden als: ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook,, bovendien, verder, ten slotte, en, niet alleen... maar

Slide 6 - Slide

Voorbeelden opsommend verband
  • Een opsomming kan aangegeven worden met dots/zwarte bolletjes (●), liggende streepjes (-) of getallen.
Voorbeeld:
  • Om te beginnen kom je te laat, ook heb je je huiswerk niet gemaakt en ten slotte heb je ook nog eens een grote mond.
  • Niet alleen de leerlingen, maar ook de leraar kijkt uit naar het weekend.

Slide 7 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden
Tegenstellend verband
  • Er worden tegenovergestelde dingen genoemd.
  • Te herkennen aan signaalwoorden als: tegenover, daarentegen, maar, hoewel, echter, toch, ondanks dat,             aan de ene kant... aan de andere kant...

Slide 8 - Slide

Voorbeelden tegenstellend verband
Voorbeeld:
  • Hoewel Arjan Robben lang geblesseerd is geweest, heeft hij deze wedstrijd toch gescoord.
  • Aan de ene kant geloof ik Merels verhaal niet, aan de andere kant kan ik me niet voorstellen dat zij zou liegen.

Slide 9 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden
Conclusie
  • Er wordt extra informatie gegeven bij een onderwerp, vaak aan de hand van een voorbeeld.
  • Te herkennen aan signaalwoorden als: bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou.

Slide 10 - Slide

Tekstverband "conclusie"
Een conclusie is een besluit/ uitkomst. Dit tekstverband herken je aan de volgende signaalwoorden:

  • Concluderend
  • Dus
  • Kortom
  • Vandaar

Slide 11 - Slide

Samenvattend tekstverband
  • Je vindt dit tekstverband vaak aan het eind van een tekst (deel), als een schrijver samenvat wat hij ervoor geschreven heeft.
  • Signaalwoorden: Kortom, samenvattend, al met al, om kort te gaan 

Slide 12 - Slide

Nieuw tekstverband dit hoofdstuk: oorzaak/gevolg

Slide 13 - Slide

OORZAAK-GEVOLG VERBAND

Een oorzaak-gevolg verband geeft aan

waarom iets gebeurt en wat er gebeurt.


Slide 14 - Slide

Ik ben ziek en daarom kom ik niet naar school.
Ik ben te laat want de brug stond een half uur open


Slide 15 - Slide

oorzaak gevolg
  • daardoor
  • hierdoor
  • doordat
  • zodat
  • waardoor

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Doen:
Maken van Lezen H3:
- opdracht 11 t/m 16 (vanaf blz 150)
+ opdracht 19 t/m 22 

Slide 18 - Slide

Bespreken de toets

- Afmaken het huiswerk voor aanstaande dinsdag:
opdracht 11 t/m 16 en 19 t/m 22

Slide 19 - Slide

Deze les:

1. Afmaken het huiswerk: Opdracht 11 t/m 16 en opdracht 19 t/m 22
2. Alle opdrachten nakijken met nakijkboekje (bijlage Magister)
3. Starten met extra opdracht leesvaardigheid

Slide 20 - Slide

Deze les:

-Samen nakijken extra leestaken H3
- Lezen uit je leesboek

Slide 21 - Slide