Zet het naamwoordelijk deel tussen vierkante haken.
Mijn vader is badmeester geweest.
Mijn vader is badmeester geweest. > Het onderwerp is iets.
Wat is mijn vader geweest? Badmeester.
Naamwoordelijk gezegde = is [badmeester] geweest.
Slide 7 - Slide
Aan de slag!
Je gaat samen met jouw groepje opdracht 4 en 5 nakijken. Leerlingen die het goede antwoord hebben gegeven, leggen hun antwoord uit aan de leerlingen die het verkeerde antwoord hebben gegeven.
Je werkt in groepjes van vier leerlingen. Jullie krijgen 1 antwoordblad per tafel; je gaat dus gezamenlijk nakijken.
Overleg met je groepsgenoten. Als je er met zijn vieren écht niet uitkomt, dan vraag je de docent.
8 minuten.
- Je kunt tekstverbanden en signaalwoorden herkennen en juist benoemen.
Ga gezamenlijk aan de slag met het huiswerk: H4 Grammatica zinsdelen - Opdracht 1 t/m 4.
timer
8:00
Slide 8 - Slide
Aan de slag!
- Optie 1: Je maakt opdracht 1 t/m 4 van H4 Grammatica zinsdelen.
- Optie 2: Je komt bij mevrouw Odink aan de instructietafel zitten en krijgt extra uitleg over H4.
Je werkt zelfstandig in totale stilte.
Als je de stof nog niet goed begrijpt, schuif je aan bij de instructietafel van mevrouw Odink.
10 minuten.
Je kunt het naamwoordelijk gezegde herkennen en benoemen in de zin.
Aan de slag met huiswerk! Bekijk de studiewijzer.
timer
10:00
Slide 9 - Slide
Check-out
Denk 1 minuut na over jouw antwoord op deze vraag.
Overleg 1 minuut met jouw groepsgenoten. Wat denken zij?
Klassikale bespreking: wat is het goede antwoord?
Wat is het verschil tussen het WWG en het NWG?
Slide 10 - Slide
Check-out
Denk 1 minuut na over jouw antwoord op deze vraag.
Overleg 1 minuut met jouw groepsgenoten. Wat denken zij?