De ideale instelling (Zakelijke dingen)

De ideale instelling
'De zakelijke dingen'
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DoelgroepenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De ideale instelling
'De zakelijke dingen'

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Zakelijke dingen;
- Kiezen jullie voor een “profit” of een “non-profit” bedrijf
- Welke functies en disciplines zet je in en met hoeveel mensen gaan jullie het doen (denk ook aan eventuele wisseldiensten/ORT).
- Beschrijf de verschillende functies, werkzaamheden, wie doet wat.
- Welk opleidingsniveau moeten de medewerkers hebben (bekijk vacatures).
- Gaan jullie ook werken met stagiaires en/of vrijwilligers en mantelzorgers.
- Hoe zetten jullie de sociale kaart van de cliënten in.
- Wat is de structuur van jullie bedrijf? Maak een Organogram.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions


 .
Functies binnen een organisatie.

- Locatie hoofd, gedragsdeskundige, begeleiders A, B, C, D, medewerker wonen, gastvrouwen, schoonmaak medewerkers, keuken medewerkers, stagiaire, vrijwilligers. 

- Medewerkers bij P&O, medewerkers administratie, managers, regio/cluster managers, vertrouwens persoon. 

- Welke ontbreekt hier?


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is een visie?
A
De toekomstdroom van de organisatie of het individu
B
Bestaansrecht van een organisatie of individu
C
Tijdloos
D
Alle 3 zijn goed

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een missie
A
Zegt iets over: 'waar we voor staan'
B
Zegt iets over: 'wie we zijn'
C
Blik naar binnen: Organisatiegericht
D
Alle 3 zijn goed

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

De hiërarchie van een organisatie geeft van hoog tot laag aan wat de posities zijn van de verschillende werknemers en afdelingen. Hoe hoger in de hiërarchie, hoe meer bevoegdheden en verantwoordelijkheden een medewerker vaak heeft.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

Stafmedewerkers zijn meestal hoger opgeleiden. Vaak beschikken ze over specialistische kennis en/of vaardigheden. In een woonvoorziening voor moeilijk opvoedbare jongeren kan het bijvoorbeeld gaan om een psycholoog, een pedagoog of een maatschappelijk werker. De samenstelling van zo’n staf verschilt per organisatie. Een staf ondersteunt de manager(s) van de organisatie. Soms hebben stafleden speciale bevoegdheden. Zij mogen dan andere medewerkers – niet per se hun ‘eigen’ ondergeschikten – een opdracht geven. De organisatiestructuur waar Camarilla in zit, is een lijn-staforganisatie.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Disciplines
Binnen een organisatie heb je te maken met verschillende professionals. Jij bent een MZ medewerker. Hier heb je bepaalde kennis en vaardigheden voor nodig. 

Als professional werk je vaak in een team met andere professionals, of ander gezegd, andere disciplines binnen en buiten de organisatie.
Het werken met andere en verschillende disciplines noemen we een multidisciplinair team.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

?
Vragen naar aanleiding van het stukje 
zakelijk dingen?
(In de opdracht)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions