B2 Duits Kapitel 3-2

Herzlich Willkommen!
1 / 30
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Herzlich Willkommen!

Slide 1 - Slide

Rückblick
Vóór de kerstvakantie hebben we 
een begin gemaakt met Kapitel 3.

Voordat we verder gaan met nieuwe leerstof,
blikken we eerst terug op 
alle basiskennis uit de eerste periode.
Je krijgt ook je toets uit de toetsweek terug.




Slide 2 - Slide

In welchen Ländern ist Deutsch die wichtigste Sprache?
A
Deutschland-Österreich- die Schweiz-Liechtenstein
B
Deutschland-Dänemark- Schweden-Luxemburg

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je de twee puntjes, die je vaak op een a, o, u of au ziet staan?
(Mädchen-hören-Tür-Bäume)
A
trema
B
Umlaut

Slide 4 - Quiz

Welk woord hoor je hier?
(de leraar zegt het woord)

A
die Schule
B
die Schüler

Slide 5 - Quiz

Hoe heet deze gekke letter ook al weer?

A
eszett
B
Ringel-s
C
gekke B
D
Duitse drie

Slide 6 - Quiz

Hoe mag je dit woord OOK spellen?



A
Einbahnstrasse
B
EinbahnstraBe
C
Einbahnstra3e
D
Einbahnstrasze

Slide 7 - Quiz

Wat is er bijzonder aan de spelling van zelfstandige naamwoorden in het Duits?
A
Ze beginnen altijd met een hoofdletter.
B
Ze hebben vaak veel medeklinkers achter elkaar.

Slide 8 - Quiz

Hoeveel verschillende lidwoorden zie je in het Duits?
A
3, namelijk der-die-das
B
2, namelijk de-het

Slide 9 - Quiz

Kies het juiste lidwoord:

Vater
A
der
B
die
C
das

Slide 10 - Quiz

Kies het juiste lidwoord:

Freundin
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quiz

Kies het juiste lidwoord:

Mädchen
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quiz

Noch mehr Fragen!
Op de volgende dia's volgen 
enkele sleepvragen.

Probeer steeds de juiste combinaties te maken.


Slide 13 - Slide

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
   seit
 sein
 sein

Slide 14 - Drag question

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
habst
habben

Slide 15 - Drag question

Combineer vraag en antwoord
Mein Name ist Brigitte.
In der Stadt Köln in Deutschland.
Ich bin dreizehn.
Nein, ich bin Einzelkind.
Das ist meine Cousine.
Wie heißt du?
Wo wohnst du?
Wie alt bist du?
Hast du Geschwister?
Wer ist das?

Slide 16 - Drag question

Sleep het woord naar het getal
fünf
siebzig
tausend
sechzehn
einunddreißig
zweihundert-einundvierzig
zwölf
neun

Slide 17 - Drag question

Was!? Noch mehr .....
Op de volgende dia's volgen 
moet je zelf het antwoord gaan typen.

Natuurlijk probeer je dat foutloos te doen; je let dus op de hoofdletters, Umlaut en eszett (ß).


Slide 18 - Slide

Vertaal in het Duits:
Nederland

Slide 19 - Open question

Vertaal in het Duits:
waarvandaan

Slide 20 - Open question

Vertaal in het Duits:
de halfbroer

Slide 21 - Open question

Vertaal in het Duits:
de broers en zussen
(één woord!)

Slide 22 - Open question

Hoe is het met je kennis van het Duits gesteld?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Was gibt's heute?
Vandaag gaan we van alles leren over
DATUM en TIJD

Laten we beginnen met de
DAGEN VAN DE WEEK.




Slide 24 - Slide

Die Tage der Woche
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
Mittwoch
Samstag
Sonntag
Freitag
Donnerstag
Dienstag
Montag

Slide 25 - Drag question

Und jetzt?
Je gaat nu twee filmpjes bekijken,
waarin je leert hoe je de tijd in het Duits zegt.

Open nu eerst (en kopie maken)
Classroom/Schoolwerk/Kapitel 3/Invulblad Kloktijden
en vul tijdens het bekijken van het filmpje
de kloktijden in.







Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Alles gefunden?
*Open je boek op Seite 68-69-70-71
*Maak de Aufgaben 3-4-5-6-7-8-9
       Je oefent bij deze opdrachten 
        met de dagen en tijden 
        en de woordenlijst van Seite 96

Slide 29 - Slide

HAUSAUFGABEN
Lernen:
Uit Kapitel 1 en 2 alles nog eens doornemen wat je niet meer wist
Lesen
Seite 96/B Wortschatz 
Schreiben:
Seite 68-71: Aufgaben 3-4-5-6-7-8-9

Slide 30 - Slide