Bloed en afweer

Bloed en
afweer
1 / 53
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Bloed en
afweer

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud les
Deze week:
  • Terugblik circulatiestelsel 
  • Samenstelling van bloed, aanmaak en afbraak
Volgende week:
  • Afweer 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Maar eerst: hoe was je vakantie?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Terugblik circulatiestelsel 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Linker ventrikel
Rechter ventrikel
Linker atrium
Rechter atrium

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Rechter longslagader
Linker longsagader
Rechter longader
Linker longader
Onderste holle ader
Bovenste holle ader

Aorta

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de functie van hartkleppen?
A
Verder duwen van het bloed
B
Scheiden van zuurstofrijk en zuurstofarm bloed
C
Zorgen dat bloed niet terug kan stromen
D
Regelen van de stroomsnelheid van het bloed

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de rol van de aders in het vaatstelsel?
A
Het zuiveren van bloed.
B
Het transporteren van bloed terug naar het hart.
C
Het transporteren van het bloed van het hart naar de rest van het lichaam.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de kransslagaders?
A
Bloedvaten met zuurstofrijk bloed in de huid.
B
Bloedvaten met zuurstofrijk bloed op het hart.
C
Bloedvaten met zuurstofarm bloed in de buikholte.
D
Bloedvaten met zuurstofarm bloed in de schedelholte.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Samenstelling van bloed, aanmaak en afbraak

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van bloed?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Wat is de functie van bloed?
Het bloed transporteert zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen door het lichaam.
Daarnaast heeft bloed een rol bij de temperatuurregulatie van het lichaam en het op peil houden van de zuurgraad (pH). Ook speelt het bloed een belangrijke rol in de afweer en bij de bloedstolling.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Bloed bestaat uit:
  • Bloedcellen (45%)
  • Bloedplasma (55%) 

Bloedcellen zijn:
  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen
  • Bloedplaatjes

Slide 13 - Slide

Een volwassenen heeft gemiddeld 4 - 6 liter bloed in het lichaam. 

Bloed is HET transportmiddel van ons lichaam. 
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes
Leukocyten
Trombocyten
Erytrocyten

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Samenstelling van bloed
Plasma bestaat voor 90% uit water.
De rest bestaat uit opgeloste stoffen:
  • Eiwitten
  • Elektrolyten
  • Voedingsstoffen
  • Afvalstoffen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Aanmaak bloedcellen
  • De bloedcellen zijn erytrocyten, de leukocyten
    en de trombocyten.

  • Per seconde worden er een milioen
    nieuwe bloedcellen aangemaakt. 
  • Deze aanmaak vind plaats in
    het rode beenmerg 
  • Bloedcelvorming -> hematopoëse

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Afbraak bloedcellen 
Bloedcellen worden afgebroken in de milt en de lever. 
  • De milt breekt rode bloedcellen af
  • Hierbij komt hemoglobine vrij.
  • De milt zet de vrijgekomen HB om in bilirubine (dat giftig is)
de milt breekt rode bloedcellen af en zet hemoglobine om in bilirubine (dat giftig is)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Afbraak bloedcellen
  • de lever maakt bilirubine onschadelijk 
  • bilirubine wordt uitgescheiden via de nieren (in de urine), via gal en de darmen (in de ontlasting)
de lever detoxt het giftige bilirubine door het te koppelen aan eiwit, waarna het wordt uitgescheiden via urine of (gal en) ontlasting

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Rode bloedcellen
  • Vervoeren zuurstof en koolstofdioxide door je lichaam
  • Meeste bloedcellen in lichaam zijn erytrocyten.
  • Erytrocyten zijn voor 1/3 gevuld met het eiwit hemoglobine
  • Zuurstof hecht vast aan hemoglobine
  • Om Hemoglobine te maken is ijzer nodig.
  • Hemaglobine zorgt voor de rode kleur.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Witte bloedcellen
Bestrijden ziekteverwekkers

  • Witte bloedcellen type 1, granulocyten: Eten de ziekteverwekkers op
  • Witte bloedcellen type 2, lymfocyten: Maken afweerstoffen (antistoffen)
  • Hierover volgende week meer! 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Trombocyten

  • Zorgen dat wondjes dichtgaan
  • Bloedstolling (hemostase)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Bloedstolling
Door bloedstolling  verlies je zo min mogelijk bloed bij een kapot vat.

Hierbij spelen een rol...
  • het bloedvat in kwestie
  • bloedplaatjes (trombocyten)
  • stollingseiwitten in plasma

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

  • het bloedvat vernauwt (vasoconstrictie)
  • hierdoor wordt het bloedverlies beperkt.
Het bloedplaatje (trombocyt) is betrokken bij de stolling
  • in rusttoestand zien ze eruit als een schijfje
  • bij werking klitten en kleven ze aan elkaar en zetten ze de bloedstolling in gang
stap 1
Help...!
Ik heb een gat in mijn bloedvat.....

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Aggregatie: trombocyten hechten zich aan elkaar aan de wondranden onder invloed van een stollingsfactor (Von Willebrand). Het bloed klontert en vormt een trombocytenprop. 

Het bloedplaatje (trombocyt) is betrokken bij de stolling
  • in rusttoestand zien ze eruit als een schijfje
  • bij werking klitten en kleven ze aan elkaar en zetten ze de bloedstolling in gang
stap 2

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Coagulatie: de vorming van een bloedstolsel
Uit de kapotte trombocyt komt plaatjesfactor vrij. Deze brengt een kettingreactie van stolling in gang...
Het bloedplaatje (trombocyt) is betrokken bij de stolling
  • in rusttoestand zien ze eruit als een schijfje
  • bij werking klitten en kleven ze aan elkaar en zetten ze de bloedstolling in gang
stap 3

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

  • ... draden van fibrine gevormd worden
  • deze eiwitdraden sluiten de wond helemaal af.
Het bloedplaatje (trombocyt) is betrokken bij de stolling
  • in rusttoestand zien ze eruit als een schijfje
  • bij werking klitten en kleven ze aan elkaar en zetten ze de bloedstolling in gang
stap 3

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Filmpje Learnbeat

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Aan de slag in Learnbeat!
In de studieplanner staat hoofdstuk 1.7B voor jullie klaar. Deze ga je nu zelfstandig lezen en maken. 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Volgende week: 
  1. Terugblik deze week 
  2. Afweer  

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Bloed en
afweer

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Inhoud les
Vorige week:
  • Terugblik circulatiestelsel 
  • Samenstelling van bloed, aanmaak en afbraak
Deze week:
  • Afweer 
  • Begrippen oefenen

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Afweer

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Afweersysteem
Het lichaam beschikt over een verdedigingssysteem om stoffen te bestrijden die niet in ons lichaam thuishoren.
  • Bacteriën, virussen, schimmels en parasieten


Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Belangrijke begrippen
Antigenen
Antigenen zijn lichaamsvreemde moleculen die een reactie van het afweersysteem oproepen. Deze bevinden zich in de ziekteverwekkers. 

Immunoglobulinen

Immunoglobulinen zijn antistoffen (antilichamen). Dat zijn eiwitten die zich binden aan antigenen. Het antigeen wordt daardoor geneutraliseerd. Het antigeen (en de bacterie of het virus waar het antigeen op zit) kan vervolgens worden vernietigd.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Soorten afweer
Het lichaam heeft twee soorten afweer:
  1. Algemene afweer (niet-specifieke afweer). Deze afweer zorgt voor de eerste twee verdedigingslinies van het lichaam.
  2. Specifieke afweer. Deze afweer zorgt voor de derde verdedigingslinie van het lichaam.

Slide 38 - Slide

Het lichaam heeft twee soorten afweer:
Algemene afweer (niet-specifieke afweer). Afweer die niet speciaal is gericht tegen één soort micro-organisme. Het gaat om een brede afweer tegen allerlei vreemde stoffen. Deze afweer zorgt voor de eerste twee verdedigingslinies van het lichaam.
Specifieke afweer. De cellen van deze afweer zijn specifiek gericht tegen één soort micro-organisme. Deze afweer heb je nog niet bij de geboorte. Je ontwikkelt die in de loop van je leven. Deze afweer zorgt voor de derde verdedigingslinie van het lichaam.

Slide 39 - Video

This item has no instructions

Verdedigingslinies
Eerste verdediging (aangeboren)
Algemene afweer door huid, talg, slijmvlies, trilhaarcellen, slijm en zuurgraad.
Tweede verdediging (aangeboren)
Algemene afweer door witte bloedcellen (fagocyterende cellen zoals macrofagen en granulocyten) en naturalkillercellen.
Derde verdediging (verworven)
Specifieke afweer door B- en T-lymfocyten.


Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Opdracht!                             Deel 1
Verdeel de klas in 6 groepjes. Vervolgens verdelen we de onderwerpen:
1. Eerste verdedigingslinie
2. Tweede verdedigingslinie 
3. Derde verdedigingslinie. 

Als groepje krijg je nu 30 minuten de tijd om zoveel mogelijk informatie te verzamelen over jullie verdedigingslinie. Hoe werkt dit nu precies? Verwerk de informatie in een poster en zorg ervoor dat je deze informatie straks zelf goed kunt uitleggen! 


timer
30:00

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Opdracht!                                                                Deel 2
We gaan nieuwe groepjes maken! We krijgen nu groepjes van 3, met van elke verdedigingslinie 1 expert. 

Als expert ga je je nieuwe groepje uitleg geven over de door jouw onderzochte verdedigingslinie. Vertel zoveel mogelijk informatie en stel elkaar vragen bij onduidelijkheden! Gebruik de door jullie gemaakte poster. 


timer
15:00

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Opdracht!                             Deel 1
Opdracht!                              Deel 2

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Video

This item has no instructions

Slide 45 - Video

This item has no instructions

'Vierde linie'
Geneesmiddelen
  • Antibiotica
  • Pijnstillers
  • Koortswerende middelen

Vaccinatie

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Lymfestelsel

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Het lymfestelsel
Functie: het verwijderen van afvalstoffen
Afweer tegen infecties

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Lymfevatenstelsel
  • Verzamelen van overgebleven vocht uit cellen = lymfe
  • Door heel het lichaam
  • Stelsel mondt uit in
    twee grote aders
    tussen nek en schouders
  • Ondersteunt bloedcirculatie
  • Afweersysteem (witte bloedcellen)

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Wat doet je lymfevatenstelsel?

  • Lymfevaten zijn te vergelijken met de aders van je bloedvatenstelsel.
  • In lymfevaten zitten ook kleppen.
  • Door de kleppen kan lymfe maar één kant op stromen.
  • Brengt vocht terug van weefsel in de bloedbaan.

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Wat doet je lymfevatenstelsel

  • Lymfevaten voeren lymfe naar de lymfeklieren / lymfeknopen.

  • Hier wordt het lymfe gecontroleerd op de aanwezigheid van ziekteverwekkers.

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Slide 52 - Video

This item has no instructions

Begrippen oefenen 
Levend memory!

Slide 53 - Slide

This item has no instructions