Nabespreken toets

Nabespreking toets
VP 2.2
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AnatomieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nabespreking toets
VP 2.2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

anatomische richtingen
vraag 1 t/m 3

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Plaatsbepalingen
Distaal -meer naar het uiteinde gelegen 
Proximaal – meer naar het centrum gelegen 
Lateraal – meer aan de buitenzijde gelegen 
Mediaal – meer aan de binnezijde gelegen 
Ventraal – meer aan de voorzijde gelegen, buik zijde 
Dorsaal –  meer aan de achterzijde gelegen, rug zijde 
Anterior – aan de voorzijde gelegen, spieren 
Posterior – aan de achterzijde gelegen, spieren 
 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Plaatsaanduidingen
  • ventraal = buikzijde 
  • dorsaal = rugzijde. Gebruik bij grotere structuren zoals orgaan
  • anterior = voorzijde  
  • posterior = achterzijde, Gebruik bij kleinere structuren of kleine afstand
  • centraal = middenin 
  • perifeer = buitenzijde, Gebruik bij uitgestrekte stelsels, zenuw- en circulatiestelsel
  • superior = hoger, boven  
  • inferior = lager, onder. Gebruik bij kleinere structuren, geven kleinere afstand aan, vena cava: plaatsaanduiding uitmonding in rechter harthelft 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

bewegingen

- Buigen (flexie)
- Strekken (extensie)
Extra in de elleboog: 
- De duim naar buiten draaien (supinatie)
- De duim naar binnen draaien (pronatie)


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

lichamelijk onderzoek
palpatie = betasten
auscultatie = beluisteren
percussie = bekloppen
inspectie = bekijken
 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Functie
erytrocyten
trombocyten
leukocyten
stollingsfactoren

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Prikkelgeleiding
1.
de sinusknoop ligt in de rechterboezem en geeft een prikkel af (zonder toedoen van het brein)
  • hierdoor trekken beide boezems (b) samen

(sinustachycardie bij inspanning = normaal)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Prikkelgeleiding
2:
de av-knoop ligt in het bindweefsel, waar ook de kleppen liggen
  • in de av-knoop wordt de prikkel even vastgehouden
  • na 0,1 sec wordt het doorgegeven aan de kamers

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Prikkelgeleiding
3.
de bundel van His krijgt met vertraging de prikkel door en verdeelt deze over beide harthelften
4.
de bundeltakken geleiden de prikkel naar de kleinste zenuw uiteinden

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Prikkelgeleiding
5.
de purkinjevezels zijn de kleinste zenuwvezels die aangesloten zijn op de hartspieren

Hierdoor kan het hart als één geheel een slag maken; de hartslag

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

diastole - systole boezems - systole kamers

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

  • het bloedvat vernauwt (vasoconstrictie)
  • hierdoor wordt het bloedverlies beperkt.
Het bloedplaatje (trombocyt) is betrokken bij de stolling
  • in rusttoestand zien ze eruit als een schijfje
  • bij werking klitten en kleven ze aan elkaar en zetten ze de bloedstolling in gang
stap 1

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

  • bloedplaatjes vormen een prop
  • alles blijft kleven; zo wordt het gat snel gedicht
Het bloedplaatje (trombocyt) is betrokken bij de stolling
  • in rusttoestand zien ze eruit als een schijfje
  • bij werking klitten en kleven ze aan elkaar en zetten ze de bloedstolling in gang
stap 2

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

  • Leukopenie: tekort witte bloedcellen 
  • Anemie: tekort rode bloedcellen 
  • Trombocytopenie: tekort bloedplaatjes 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

  • ... draden van fibrine gevormd worden
  • de draden sluiten de wond helemaal af
Het bloedplaatje (trombocyt) is betrokken bij de stolling
  • in rusttoestand zien ze eruit als een schijfje
  • bij werking klitten en kleven ze aan elkaar en zetten ze de bloedstolling in gang
stap 3

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

Colloïd osmotische druk is het drukverschil tussen het bloedvat en de omliggende cellen.
Het doel van colloïd osmotische druk is het afgeven van water en voedingsstoffen aan de cellen en het aantrekken van water en voedingsstoffen uit de cellen.
Colloïd osmotische druk
In het bloed achtergebleven eiwitten (te groot om het bloedvat te verlaten) zorgen voor een aanzuigende werking

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

OORZAKEN OEDEEM
  • Arteriolen zijn verwijd
  • Veneuze stelsel werkt niet goed 
  • Teveel zout in het weefsel
  • Stoornis in de hormoonhuishouding
  • Hart pompt slecht
  • Te weinig eiwit in het bloed

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Arteriosclerose 
Slagaderverharding is een degeneratie van het weefsel van de wand van slagaders waardoor deze verdikken, verharden en hun elasticiteit verliezen.

7 studenten hadden dit niet goed!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Claudicatio Intermittens
O2-tekort
Arterieel
benen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Myocard Infarct
Klachten in rust
NTG helpt niet/onvoldoende

Vergrote kans op VF

(VF kan ook worden veroorzaakt door hypokaliaemie)

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Decompensatio Cordis
 slagvolume     -> Veneus aanbod              ?? Nee!!


Goed:

Contractiekracht           Veneus aanbod

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Decompensatio cordis

Slide 24 - Slide

Mogelijke oorzaken:
Veroudering→ hypertensie versnelt dit proces.
Schade aan de hartspier→ bijv. na een hartinfarct
Niet goed werken hartklep
Andere ziektes→ diabetes mellitus, astma/COPD, anemie
Doel van de behandeling:
pompkracht verbeteren en bloeddruk omlaag
1e keus: ACE remmers
Volgende stap: diuretica
Verder: Bètablokkers, digoxine

Endocarditis
Een temperatuur van 37.5 - 38.0 graad wordt verhoging (subfebriel) genoemd...
  • zweten
  • verhoogde hartslag en ademhaling
Niet:
benauwdheid of verlaagd HMV

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Septische shock, 
welke van de vier?


Hypovolemische shock
Distributieve shock
Cardiogene shock
Obstructieve shock

Slide 27 - Slide

This item has no instructions