17.1 + 17.2

H17.1 + 17.2
Deze les:
- Ecologische begrippen
- Foto- en Chemosynthese
- Energiestroomschema's
- Evolutie in de stad




1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H17.1 + 17.2
Deze les:
- Ecologische begrippen
- Foto- en Chemosynthese
- Energiestroomschema's
- Evolutie in de stad




Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1.  Verschillen tussen fotosynthese en chemosynthese uitleggen en verklaren onder welke omstandigheden beide processen plaats kunnen vinden.

2. Energiestromen in een ecosysteem beschrijven, toelichten welke factoren daarop van invloed zijn en uitleggen wat oorzaken en gevolgen zijn van verstoring → Oefenen met schema’s lezen

6. Ecologische begrippen kunnen gebruiken (17.1 en 17.2)

Slide 2 - Slide

Homo sapiens sapiens en
Homo sapiens neanderthalis
zijn twee verschillende soorten.
A
Goed
B
Fout

Slide 3 - Quiz

De levende organismen in een bepaald gebied vormen samen een populatie.
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quiz

Bij commensalisme hebben beide soorten voordeel van de samenleving.
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quiz

Soorten met dezelfde habitat leven in hetzelfde gebied.
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quiz

Een kievit en een reiger hebben dezelfde habitat.
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz

Een niche hangt af van abiotische en biotische factoren.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quiz

Een mens is een voorbeeld van een abiotische factor.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

Planten met dezelfde niche zijn elkaars concurrenten.
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

In een voedselketen staat de pijl in de richting van een predator.
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

Een voedselweb kan met schimmels beginnen.
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quiz

Een kreeft die gebruik maakt van een leeg slakkenhuis van een wulk is een voorbeeld van commensalisme.
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quiz

Schimmels zijn altijd parasieten.
A
Goed
B
Fout

Slide 14 - Quiz

Een eekhoorn in een hol van een boom is een voorbeeld van een epifyt.
A
Goed
B
Fout

Slide 15 - Quiz

Twee hondenrassen hebben dezelfde binaire naam.
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Chemosynthese
Chemo-autotrofe bacteriën (bijv. zwavel en nitrificerende bacterien) maken gebruik van chemische energie die vrijkomt bij oxidatie van:
Waterstofsulfide (H2S) → zwavel (S), 
Ammonium (NH4+) → Nitriet (NO2-) 
Nitriet (NO2- ) → Nitraat (NO3-). 

Anorganische stoffen worden omgezet in andere anorganische stoffen en vormen daarbij ATP (hier is uiteraard zuurstof voor nodig).

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Bespreken HW 17.1 opdr. 2
Wat is een microklimaat? (blz. 10)
Hoe verschillen de abiotische milieufactoren in de stad?

Vb: drogere bodem door afwatering, vervuilde lucht door uitlaatgassen, opgehoogde zandbodem. 

Slide 22 - Slide

Energiestroomschema (BINAS 93A)

Slide 23 - Slide

Stel dat we kweekvlees maken uit de cellen van dit dier. Zal de P in het nieuwe energiestroomschema dan groter of kleiner zijn? Waarom?

Slide 24 - Open question

Bespreken HW 17.1 opdr. 3

Slide 25 - Slide

17.2 De stad selecteert
Belangrijke begrippen:
Ecosysteem, Tolerantiegrenzen, Abiotische factoren, Habitat, Niche, Biodiversiteit, Genetische diversiteit, Gradientenecosysteem, Adaptatie, Exoot, Fitness, Flessenhalseffect, Genetic Drift, Eilandtheorie, 

Slide 26 - Slide


A

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Op welk waddeneiland vind je de meeste soorten, Texel, Ameland of Terschelling? Verklaar met de eilandtheorie (BINAS 93C)

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Verbanden
1. Verband tussen ecosysteem en biotoop en microklimaat?
2. Verband tussen niche en populaties en concurrentie?
3. Verschil tussen genen in een populatie door foundereffect en door evolutie
4. Verband tussen anorganische stoffen en producent?

Slide 34 - Slide