03 11 22 schrijfvh les 2_spelling H1 en H5

T G 2 D
Welkom
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

T G 2 D
Welkom

Slide 1 - Slide

Programma


  1. klassikaal boek "Zonder titel" 
  2. uitleg Spelling: leestekens & hoofdletters 
  3. werken aan folder

We werken deze periode met wisbordjes en willekeurige namen

Slide 2 - Slide

Thuis aantekeningen maken

Slide 3 - Slide

Leerdoel 
Aan het eind van deze les ken je de spellingregels voor hoofdletters en leestekens en heb je informatie over je land verzameld


Leerdoel P2: informatieve en overtuigende teksten schrijven => TEA 2: toets schrijfvaardigheid

Slide 4 - Slide

Huiswerk
Bouwplan
Aantekeningen Zonder Titel

Slide 5 - Slide

Nieuw Nederlands
  • Schrijven H2: Bouwplan 
  • Spelling H1: interpunctie & Spelling H5  Hoofdletters en aanhalingstekens
  • Spelling H6: aan elkaar of los schrijven
  • Formuleren H3: voorbeelden & Schrijven H4: overtuig. tekst
  • Spelling H3 en H4: lastige werkwoorden
  • Schrijven H1: briefconventies
  • Formuleren H6: verbanden aanbrengen in zinnen

Slide 6 - Slide

Spelling
Hoofdletters en leestekens

Slide 7 - Slide

Leestekens, wanneer schrijf je welke....?
  • Punt: na mededelende zin
  • Komma
  • in een lange zin tussen twee persoonsvormen
  • "Als je wilt dat we met de fiets gaan, moeten we nu opstappen."
  • voor: maar, doordat, nadat, omdat, terwijl, want, voordat, zodat, zodra
  • "Ik houd van chocola, maar dat is niet zo gezond."

Slide 8 - Slide

Leestekens, wanneer schrijf je welke....?

  • Komma
  • als je een deel van een zin niet los kunt uitspreken:
  • "We hebben een fijne vakantie gehad, die bovendien lekker lang duurde."
  • Twijfel je? Lees de zin voor en luister of je een pauze hoort
  • Meestal geen komma voor 'en' en 'of'
  • *Puntkomma: bij sterk samenhangende zinnen
  • *Dubbele punt: daarna volgt toelichting (vervangt komma & want)

Slide 9 - Slide

Hoofdletters
  • begin van de zin 
  • maar: 's Morgens...
  • bij namen 
  • mevrouw Daniels; de Lek; Eiffeltoren
  • bijv.nw die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid 
  • Belgische bonbons, Zwitserse klokken

Slide 10 - Slide

Eigennamen & hoofdletters
  • Mevrouw De Vries
  • Mevrouw E. de Vries
  • Mevrouw Erica de Vries

Rivier, stad, berg, school, taal: zijn ook eigennamen
de Rijn, Mont Ventoux, Cals College, Duits

Slide 11 - Slide

Met kleine letter:
  • windstreken: het oosten, het zuiden
  • seizoenen: zomer, winter
  • soortnamen: een stukje edammer
  • religies /stromingen: socialisme, hindoeïsme, islam
  • samenstellingen met religieus feest: kerstgala, paasmaandag
  • namen die niet meer aan persoon doen denken: marxisme

Slide 12 - Slide

Aanhalingstekens:
  • bij directe rede of citaat
  • De leerling zei: "Ik ben echt op tijd, mevrouw!"
  • De leerling zei dat hij echt op tijd was.

  • bij titels van b.v. boeken
  • Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis: 
  • schrijf je 'scan' met een c of met een k? 
  • Cynisch: Die 5-0 nederlaag is een 'prima' resultaat.

Slide 13 - Slide

Bouwplan erbij: overleg
  • Wat weet je al? 
  • Waar weet je nog te weinig van
  • Welke websites? 
  • Waar verder lezen? 

Slide 14 - Slide

Pak je wisbordje en schrijf op: 
  •  ...
  • ....
  • 's Avonds gaat de zon onder in het westen, maar Pieter de Groot uit Gouda weet dat niet. 

Slide 15 - Slide

Waarom leer je dit? 
gebruik je wisbordje voor het antwoord 

Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken

  1. Vul bouwplan verder aan en noteer websites
  2. Lees nog meer informatie over je land
  3. Schrijf in Word en in je eigen woorden!
  4. Sla je werk tussentijds op!
  5. Volgende les: vier deelonderwerpen 
klaar
timer
20:00

Slide 17 - Slide

Wat heb je onthouden van 
deze les?

Slide 18 - Slide