Extra oefening toets tv p3

Goedemorgen!
Laat je laptop 
in je tas
Pak een schrift 
en een pen
Vandaag:

toets-voorbereiding
Let goed op!
maak aantekeningen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Goedemorgen!
Laat je laptop 
in je tas
Pak een schrift 
en een pen
Vandaag:

toets-voorbereiding
Let goed op!
maak aantekeningen

Slide 1 - Slide

ww-spelling
o.t.t.

meewerkend voorwerp
zinsdelen
voltooid deelwoord
ww-spelling 
o.v.t.

Slide 2 - Slide

regels o.t.t
De spellingsregels voor de o.t.t. gelden alleen voor de persoonsvorm.

Wat het betreft het ENKELVOUD:
• Je plakt altijd een +t aan de ik-vorm vast. (Dus géén +d of +dt!)

Er zijn echter vier uitzonderingen:
1. Ik voor de persoonsvorm: Ik werk. Ik luister. Ik schrijf.
2. Ik achter de persoonsvorm: Werk ik? Luister ik? Schrijf ik?
3. Jij/je achter de persoonsvorm: Werk jij/je? Luister jij/je? Schrijf jij/je?
4. bij gebiedende wijs: Werk! Luister! Schrijf!
Let op: 
willen is een onregelmatig werkwoord. 
ik wil
hij wil 
wij willen

Slide 3 - Slide

regels o.v.t.
De spellingsregels voor de o.v.t. gelden alleen voor de persoonsvorm.

ZWAKKE werkwoorden (klankvast)
Bij dit soort werkwoorden pas je de regel van 't ex-kofschip toe:

STERKE en ONREGELMATIGE werkwoorden
Bij deze werkwoorden veranderen er enkele letters van het woord en dus de klank;
Hier kun je 't ex-kofschip dus niet toepassen.


Slide 4 - Slide

regels voltooid deelwoord
• Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt op -en.
➢ Voorbeelden: lopen > gelopen, varen > gevaren, houden > gehouden
• Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op -t of -d.
➢ Voorbeelden: maken > gemaakt, rennen > gerend
Om te weten of je moet vervoegen met een -t of een -d maak je gebruik van
 't ex-kofschipregel. Komt de laatste letter van de stam voor in 't ex-kofschip, dan
vervoeg je met een -t, anders met een -d.


Slide 5 - Slide

meewerkend voorwerp
Om het meewerkend voorwerp te vinden, stel je de vraag:
Wat / Wie + gezegde + onderwerp + lijdenvoorwerp?
o De Theo | stuurt | aan Thea | een appje.


Slide 6 - Slide

KENMERKEN MEEWERKEND VOORWERP
• Een meewerkend voorwerp kán beginnen met het voorzetsel voor of aan, maar dat hoeft niet;
• Je kunt deze voorzetsels als test toevoegen of weglaten. Als de zin goed blijft klinken en begrijpelijk blijft, is er sprake van een meewerkend voorwerp. Soms
moeten daarvoor enkele zinsdelen van plaats wisselen.

Hij geeft haar een drankje. > Hij geeft aan haar drankje.


Een meewerkend voorwerp
• is actief: het werkt mee, ontvangt, krijgt, enz.
• is heel vaak een mens of dier, soms een organisatie.
o Ik stuurde (aan) Ajax een sollicitatiebrief.

Let op!
o Mijn jas hangt aan de kapstok. (geen mv)
o Sinterklaas staat voor de deur. (geen mv)

Een voorwerp is  nooit een meewerkend voorwerp. 

Slide 7 - Slide

zinsdelen
HOE VIND JE DE ZINSDELEN IN EEN ZIN?
Zinsdelen kun je simpel vinden met de zinsdeelproef:
1. Selecteer de persoonsvorm.
2. Alles wat voor de persoonsvorm staat, is één zinsdeel. (Het zijn er nooit meer!)



Aan een haakje in de muur hing zijn foto.




Slide 8 - Slide

zinsdelen
Regelmatig kom je zinnen tegen met 'van [...]' / 'met' [...] / uit [...] erin:
1. De kat van de buren | is | een leuk beest.
2. Heb | je | de nieuwe auto met die enorme spoiler | gezien?
3. Gisteren | was | mijn tante uit Canada | op mijn verjaardag.
In zin 1 is het duidelijk dat het gedeelte van de buren bij de kat hoort. Samen vormen ze een
zinsdeel. In zin 2 is dit ook het geval: met die enorme spoiler geeft informatie over de nieuwe
auto: ze horen dus bij elkaar en vormen daardoor een zinsdeel. In zin 3 geeft uit Canada
informatie over mijn tante.
Let dus goed op de informatievoorziening in de zin.

Slide 9 - Slide

oefenen
Kies een onderdeel van de toets dat je graag wil oefenen:
grammatica (zinsdelen, meewerkend vw, persoonlijk vnw, bezittelijk vnw)
ww-spelling (ott, ovt, volt.dw)
spelling (bezitsvorm, tussen -en)

Bij elk onderdeel vind je een stuk toetsvoorbereiding. Ga daarmee aan de slag. 



timer
3:53

Slide 10 - Slide