Viennoisserie- Kies 3 producten uit deze productgroep.
- De drie producten bestaan uit minimaal 2 deegsoorten.
- De drie producten bevatten; 1 zoete vulling, 1 hartige vulling en 1 ongevuld product.
- Per soort 20 stuks.
Desem- Kies 2 soorten rustdegen (minimaal 8 uur rust) op basis van eigen desem.
- 1 van de degen bevat een kook- of broeistuk.
- Verwerken in twee verschillende modellen.
- Kleinbrood 30 stuks per soort /midden- of grootbrood 10 stuks per soort.
Slide 6 - Slide
Verplichte productgroepen
Dieetproducten- Kies 1 product uit deze productgroep.- Kleinbrood 30 stuks / midden- of grootbrood 10 stuks.
Sierdeeg- Kies 1 product uit één van de andere productgroepen (Viennoisserie, Desem of Dieetproducten).- Gebruik minimaal twee verschillende sierwerktechnieken (zie servicedocument).- Kies in ieder geval twee kleuren deeg.- Kies in ieder geval één decoratietechniek.- Kleinbrood 30 stuks / midden- of grootbrood 10 stuks per soort
Slide 7 - Slide
Keuze-opdrachten
Buitenlandse specialiteiten
- Bereid 2 producten.
- 2 verschillende soorten degen waarvan 1 met minimaal 25% rogge.
- Kleinbrood 30 stuks per soort / midden- of grootbrood 10 stuks per soort.
Klassieke specialiteiten
- Bereid 2 producten.
- Bereid 2 verschillende soorten degen.
- Kleinbrood 30 stuks per soort / midden- of grootbrood 10 stuks per soort
Slide 8 - Slide
Servicedocument
Zie servicedocument assortiment examenlocatie voor voorbeelden producten keuze opdrachten en verplichte opdrachten.
Slide 9 - Slide
Totaal aantal producten
Verplicht
Viennoisserie 3 producten uit minimaal 2 deegsoorten
Desem 2 soorten rustdeeg (1 met met kook-, broeistuk)
Dieetproduct 1 product
Sierwerk 1 product (viennoisserie, desem of dieet)
Je gaat 2 van de bereide boulangerieproducten verpakken en etiketteren.
Gebruik bij het verpakken verschillende materialen en/of middelen.
Bij het kiezen van het verpakkingsmateriaal ben je bewust van de kosten (kostenbewustwerken).
Verpak het boulangerieproduct zo efficiënt mogelijk, voorkom verspilling.
Plak de 2 etiketten (uit opdracht 1) op de verpakte boulangerieproducten.
Je presenteert je boulangerieproducten op de showtafel.
Hieronder lees je wat er op de showtafel moet staan;5 stuks van elk boulangerieproduct dat je hebt bereid.
De verpakte boulangerieproducten incl. etiketten plaats je ook op de showtafel.
Slide 11 - Slide
B1K2 Bevordert de kwaliteit en aantrekkelijkheid van het assortiment
Slide 12 - Slide
B1K2
Opdracht 1: Klant adviseren
Opdracht 2: Ontwikkelen van een nieuw product
Opdracht 3: Controleren en beoordelen kwaliteitsprocedures
Opdracht 4: Uittesten en verbeteren van het nieuwe product
Opdracht 5: Onderzoeken, ontwerpen en uitvoeren presentatie
Opdracht 6: Berekenen kost- en verkoopprijs
Slide 13 - Slide
opdracht 1
Je adviseert een klant tijdens een rollenspel. Hierbij maak je gebruik van je kennis overboulangerieproducten. Je adviseert over het assortiment van de examenlocatie. De klantvraagt advies over een geschikt boulangerieproduct voor een speciale gelegenheid. Door ingesprek te gaan met een klant achterhaal je welke wensen hij precies heeft. Je geeft de klantdeskundig en geloofwaardig productadvies
Slide 14 - Slide
opdracht 2 Ontwikkelen van een nieuw product
Je bedenkt een aanvulling of vernieuwing op het assortiment. Hiervoor doe je onderzoek naartrends en ontwikkelingen binnen het vakgebied. Je analyseert de verplichte productgroepenvan het assortiment uit het 'servicedocument assortiment examenlocatie'. Je maakt eenvoorstel voor het verbeteren of vernieuwen van het assortiment
Slide 15 - Slide
3 Controleren en beoordelen kwaliteitsprocedures
In opdracht 2 heb je een verbeterd / vernieuwend boulangerie product bedacht. In deze opdracht beschrijf je hoe je jouw nieuwe product op kunt nemen in de processen van je leerbedrijf. Je beschrijft welke aanpassingen aan het proces, de apparatuur en / of de routing op de werkvloer daarvoor nodig zijn
Slide 16 - Slide
4 Uittesten en verbeteren van het nieuwe product
Een logboek waarin je minimaal twee keer de (aangepaste) bereiding van je product beschrijft.
Je beschrijft de stappen en je vult dit aan met foto's.
Een beschrijving van de feedback die van consumenten en vakgenoten hebt ontvangen.
Je vraagt minimaal twee keer feedback van een consument en vakgenoot.
Een beschrijving van de aanpassingen van de receptuur.
Je geeft aan waarom je aanpassingen tot verbetering van het product leiden. Het uiteindelijke product is eetbaar en verkoopbaar.
Een beschrijving van de innovatieve technieken (minstens twee) die je gebruikt hebt.
Een beschrijving waarin je uitlegt hoe je de gebruikte materialen en grondstoffen zo effectiefmogelijk gebruikt hebt.
Een handtekening van je docent of begeleider als bewijs dat je de testen uitgevoerd hebt.
Slide 17 - Slide
5 Onderzoeken, ontwerpen en uitvoeren presentatie
In dit verslag neem je op:
Twee voorbeelden van vernieuwende (ICT-)presentatiemiddelen voor boulangerie producten (noem de bron en de datum). Dit mogen artikelen maar ook afbeeldingen zijn.
Een beschrijving waaruit blijkt waarom deze presentatiemiddelen vernieuwend zijn.
Een beschrijving van wat de meerwaarde is van in ieder geval één van deze presentatiemiddelen voor jouw product.
Een schets van het presentatiemiddel waarmee je jouw product presenteert.Een foto of digitaal bestand van de presentatie van je product.
Ontwikkel je presentatiemiddel en neem het mee naar het examen. Je presenteert daar het product dat je in opdracht 4 bereidt hebt. Dit doe je met behulp van je presentatiemiddel
Slide 18 - Slide
6 Kost- en verkoopprijs berekenen
De berekende kostprijs.
Hierbij beschrijf je de invloed die de rekenregels en kengetallenhebben op de kostprijs.
De berekende verkoopprijs.
Hierbij beschrijf je hoe je rekening gehouden hebt met:
de kostprijs, de BTW en de winstmarge.
Een beschrijving van de invloed van de bedrijfsformule (bepaald door bijvoorbeeld doelgroep, locatie, omzetgrootte) op de verkoopprijs.
Een onderbouwd advies of het product voldoende winstgevend is of een andere toegevoegde waarde heeft om op te nemen in het assortiment.
Slide 19 - Slide
Titel
Slide 20 - Slide
Noem drie dingen die je deze les hebt geleerd.
Slide 21 - Open question
Noem 2 dingen waar je nog meer over zou willen weten.