Tekstbegrip 1 - onderwerp & hoofdgedachte, les 2

Hoe was jouw vakantie?
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoe was jouw vakantie?

Slide 1 - Slide

Vooraf
  • Veranderingen in de klas
  • Laatste periode
  • Stageboekjes Jaimie en Sergen 

Slide 2 - Slide

Als ik het heb, deel ik het niet. Als ik het deel, heb ik het niet. Wat is het?
timer
0:30

Slide 3 - Open question

Welkom
Tekstbegrip

Slide 4 - Slide

Waarom oefen je in tekstbegrip?
Tekstbegrip, begrijpen van teksten = 
knapper worden in lezen = 
meer weten =
meer begrijpen=  
kennis = 
macht 
(om jezelf op voor jou goede manier door een grote wereld te sturen)

Slide 5 - Slide

Tekstbegrip, why?
Een tekst lezen en een tekst begrijpen zijn twee verschillende takken van sport. Je hebt niets aan het lezen van een tekst als je die niet begrijpt. Bij tekstbegrip gaat het erom dat je de bedoeling van de schrijver kunt zien, dat je begrijpt wat in die tekst belangrijk is en dat je begrijpt wat er inhoudelijk geschreven staat. Zonder tekstbegrip is het onmogelijk om een tekst te decoderen. En decoderen heb je nodig om te kunnen begrijpen wat er staat en wat er bedoeld wordt. 

Slide 6 - Slide

Voor vandaag... 
  • Opfrissen wat je weet over tekstbegrip (begrijpend lezen)
  • Onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst vinden

Slide 7 - Slide

Wat zegt je NIETS:
Onderwerp, hoofdgedachte,
tekstdoel, publiek, verwijswoorden,
tekstverbanden, signaalwoorden, alinea's,
tussenkopjes, deelonderwerp

Slide 8 - Mind map

Ga naar nu.nl en lees een artikel dat je boeit. Waar gaat dit artikel in een paar woorden over?
timer
12:00

Slide 9 - Open question

Over hetzelfde artikel: vat het artikel in één zin samen.
timer
1:00

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Link

Wat is het onderwerp van dit filmpje?

Slide 12 - Open question

Wat is het onderwerp van een tekst? Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woord waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 13 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat

Slide 14 - Quiz

Deelonderwerpen en tussenkoppen in een tekst
  • Het deelonderwerp is een deel van een tekst. Deelonderwerpen belichten verschillende kanten van een tekst. Een tekst over school gaat bijvoorbeeld vaak ook over leraren, schoolvakken en de plaats waarin de school gaat. Een deelonderwerp heeft dus wel iets met het onderwerp te maken.
  • Boven een alinea met een deelonderwerp, kan een tussenkopje staan. 

Slide 15 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst?
timer
0:40
A
straf voor circus
B
Tjechisch circus
C
vergeten krokodil
D
verwaarlozing

Slide 16 - Quiz

Wat is het deelonderwerp in alinea 3?
timer
0:40
A
Geschrokken vrouw
B
Circusartiesten uit Tsjechië
C
Vervolging voor nalatigheid en verwaarlozing
D
Gemiste krokodil

Slide 17 - Quiz

Wat zou een passend tussenkopje zijn voor alinea 3?
timer
0:40

Slide 18 - Open question

Hoofdgedachte
  • Het belangrijkste dat de auteur (schrijver) over het onderwerp zegt, is de hoofdgedachte.
  • Vaak vind je de hoofdgedachte in de titel, inleiding (eerste of laatste zin), slot (eerste of laatste zin). Bij nieuwsberichten is het vaak de eerste zin.  
  • 'Wat zegt de auteur over het onderwerp?' -> hoofdgedachte
  • Een hoofdgedachte is ALTIJD een HELE ZIN. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat is de hoofdgedachte
van deze tekst?
A
Een groep studenten uit Zuid-Korea baalt van de grote hoeveelheid lucht die in de chipszakken zit en uit hun teleurstelling op een grappige wijze.
B
Protest om chipszakken
C
Studenten kochten 180 zakken chips en bouwden daar vorige week zondag een vlot mee.
D
Er zit teveel lucht in chipszakken.

Slide 21 - Quiz

Onderwerpen volgende les: 
Tekstdoel
Tekstsoort

Slide 22 - Slide

Welk tekstdoel heeft dit voorbeeld? 

Slide 23 - Slide

Welk tekstdoel heeft dit voorbeeld?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Welk tekstdoel heeft dit voorbeeld?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 26 - Quiz

Ik vond dit een zinvolle les
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll