Wat houdt de renaissance in?
Moet je voor de toets ook alle toneelstukken van de presentaties kennen?
Wat moeten we met de toneelstukken waar een een presentatie erover moesten geven?
Zijn tragedie, komedie, klucht, sonnet, emblema de enige literaire genres die je moet kennen?
Wat is het verschil tussen 16 en 17 eeuw?
Moet je ook de beeldspraken kennen die niet in kennen en kunnen staat maar wel in het document?
Wat was de maatschappelijke taak van schrijvers in de 16e en 17e eeuw?
In de tekst die je moet samenvatten staan ook gedichten zoals ode en proma, moet je die ook kennen want die staan niet in kennen en kunnen?
En wat moet je met translatio, imitatio en aumulatio?