This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Spelling H1
Nodig: je boek
Je laptop
Slide 1 - Slide
Vul hier jouw goede versie van de opdracht in.
Slide 2 - Open question
Lesdoel
Je kent de stappen die je moet maken om te controleren of je werkwoorden goed schrijft in een tekst
Slide 3 - Slide
Werkwoorden in een zin
Je hebt een zin geschreven. Het eerste waar je op gaat controleren, is of het werkwoord goed gespeld is.
Slide 4 - Slide
Maar je weet misschien niet meer wat een werkwoord is.
Slide 5 - Slide
Wat zijn werkwoorden? Hoe herken je ze in een zin?
Slide 6 - Open question
Welke werkwoorden bevatte de vorige zin? "Je hebt een zin geschreven. Het eerste waar je op gaat controleren, is of het werkwoord goed gespeld is."
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Je bent klaar met de regel en de stappen. Nu vul je wel in welke werkwoorden goed en fout zijn.
Slide 9 - Slide
Vul na deze dia de werkwoorden in die fout gespeld zijn. Neem de exacte uit de zinnen 1 t/m 10 over. Je schrijft alleen de foute werkwoorden op.
Slide 10 - Slide
Vul hier de fout gespelde werkwoorden in uit opdracht 1 (zin 1 t/m 9
Slide 11 - Open question
Vul nu de correcte spelling van de vier fout gespelde werkwoorden in
Slide 12 - Open question
Huiswerk voor morgen
Dit maak je in je schrift. Zoek 7 verschillende werkwoorden uit tekst 3 op blz. 27. Schrijf van deze 7 werkwoorden: de ik-vorm t.t., de ik-vorm v.t. en het voltooid deelwoord in je schrift.