4. Mekka, magischer dan ... Rituelen

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Vorige les:

antropologische vragen bij hadj categoriseren (werkblad 2, opdracht 3)

Vandaag en volgende les:

zoomen we verder in op de hadj en bestudeer je dit verschijnsel als ritueel. Je denkt ook na over eigen rituelen.

Maar eerst:

Nabespreken werkblad 2, opdracht 3.

Nabespreken werkblad 2, opdracht 3

1.

Persoonlijke achtergrond

(algemeen)

2.

Persoonlijke achtergrond

(religieus)

3.

Hadj

(ervaringen uit jouw sociale omgeving)

4.

Hadj

(eigen ervaringen)

Vraag ...

Vraag ...

Vraag ...

Vraag ...

Ordenen? - Volgorde en waarom? - Relevante vragen?

10.

Ben je zelf op hadj geweest naar Mekka? Hoe is het zo gekomen dat op een bepaald moment het besluit viel: nu ga ik?

8.

Hoe heb jij je voorbereid op de hadj?

2.

Hoe was het om in Mekka te zijn? Wat viel mee/tegen?

11.

Wat heeft de hadj met jou gedaan? Heb je het gevoel dat je door die ervaring veranderd bent? Zo ja, op wat voor manier? Hoe komt dat denk je?

Hadj (eigen ervaringen)

Egodocument ...

Egodocument ...

Egodocument ...

Egodocument ...

Wat viel jou op bij het lezen van de verschillende egodocumenten?

Wat moet een antropoloog vervolgens doen met alle  uitgewerkte gesprekken?

Het was immers geen theekransje 

De Hadj als Ritueel

Leerdoelen:

  

• Je weet wat de kenmerken van een ritueel zijn
  
• Je weet dat de hadj één van de vijf verplichte rituelen voor     moslims is
• Je kunt verschillende stappen van het hadj-ritueel   onderscheiden
• Je kunt eigen rituelen benoemen en beargumenteren   waarom het rituelen zijn.

Gewoonte 

of 

bijgeloof?

Bekijk op de volgende dia het filmpje.

Lees en maak daarna werkblad 3,

opdracht 1 en 2

Werkblad 3 

opdracht 1

Lees de tekst boven opdracht 1 

• Inleiding
• Kenmerken van een ritueel
  
• Verschillende categorieën   rituelen
  

Leg uit onder welke categorieën de rituelen van Rafael Nadal vallen.

Lees het artikel: De diverse stappen van het bedevaartritueel naar Mekka.

Leg bij elk van onderstaande kenmerken van een ritueel uit, hoe je dit terugziet in de hadj. Gebruik steeds een concreet voorbeeld uit het artikel

1. Herhaling
   
2. Vaste vorm en structuur
   
3. Vaste volgorde
   
4. Gaat over/verwijst naar bijzondere gebeurtenis
   
5. Heeft iets krachtigs/bovennatuurlijks/goddelijks
   

Werkblad 3

opdracht 2A

Werkblad 3, opdracht 2b

• Tien mini-rituelen waaruit de hadj bestaat onderstrepen in     het artikel.

     Eén mini-ritueel is al onderstreept: het uitspreken van de           formule labayka Allah (hier ben ik God, tot uw dienst)

Werkblad 3, opdracht 2c

• Kijk naar de vier foto’s op het werkblad en geef aan over welk mini-ritueel iedere foto gaat (zie je antwoorden bij opdracht 2b)
  

Foto 1

Foto 2

Foto 3

Foto 4

Rituelen

Een ritueel kun je omschrijven als een reeks van symbolische gedragingen/handelingen die in bepaalde situatie als noodzakelijk en betekenisvol wordt gezien …..

Een ritueel heeft vaste kenmerken

Er bestaan verschillende categorieën rituelen

Kenmerken van een ritueel

1. Er is sprake van herhaling (dagelijks, wekelijks, …)
   
2. Het heeft een vaste vorm en structuur
   
3. Binnen het ritueel is er sprake van een vaste volgorde
   
4. Het gaat over/verwijst naar een bijzondere/heilige/ongewone gebeurtenis
   
5. Het heeft iets krachtigs, iets bovennatuurlijks/goddelijks
   

Een ritueel heeft een aantal of al deze kenmerken

Verschillende categorieën van rituelen:

1. Overgangsritueel (rites of passage)
   
2. Versterkingsritueel (rites of intensification)
   
3. Waarzeggerij/helderziendheid (rites of divination)
   
4. Voorbereidingsritueel (rites of preparation)
   
5. Beschermingsritueel (rites of protection)
   

DDU (5 minuten):

Geef bij ieder ritueel (nummer), een eigen voorbeeld.

Werkblad 3, opdracht 3:

Bestudeer nog eens de 5 categorieën en de 5 kenmerken van rituelen (zie inleiding werkblad 3).

Kies uit deze lijst van categorieën vervolgens 

• 3 categorieën en 
• beschrijf per categorie een eigen ritueel.

     Gebruik voor elk ritueel 3 kenmerken.

Inleveren PO 2:

Vrijdag 10 juni

in de les levensbeschouwing

In de les van 8 juni maak je de evaluatieopdracht 

(werkblad 4, opdracht 1)

Daarvoor is het nodig dat je al de andere opdrachten af hebt.

0