lidwoorden
- Er zijn drie lidwoorden - de, het, een.
- Lidwoorden horen bij zelfstandige naamwoorden en ze kunnen bepaald of onbepaald zijn.
de + het zijn de bepaalde lidwoorden (ze geven een specifiek znw aan)
een is een onbepaald lidwoord (geen specifiek znw)
- Als je een als één uitspreekt of schrijft dan is dat geen lidwoord, maar een telwoord!
Een van de kinderen gaf het goede antwoord.
Ik heb één oudere zus en twee jongere broertjes.
Het is alleen een lidwoord als het bij een zelfstandig naamwoord hoort, staat het los in de zin dan is het GEEN lidwoord.