What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling AR Unit 2 1KGT
1KGT All Right Unit 2
Herhaling van woorden/zinnen en grammatica
1 / 53
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 1
This lesson contains
53 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
1KGT All Right Unit 2
Herhaling van woorden/zinnen en grammatica
Slide 1 - Slide
Woordjes
Kies steeds het juiste woord in de zin.
Slide 2 - Slide
Wear a .... when you go outside!
A
jumper
B
tanktop
C
trainers
D
raincoat
Slide 3 - Quiz
Please leave your dirty.... at the door.
A
boots
B
trousers
C
jacket
D
bag
Slide 4 - Quiz
I will meet you ... school.
A
again
B
wait
C
before
D
last
Slide 5 - Quiz
I do my homework ...
A
early
B
in the afternoon
C
hurry
D
in the morning
Slide 6 - Quiz
I can't see anything! It's very ...... in here
My phonescreen is .... when it's turned off
Most clowns wear big shoes and a red ....
I have school today, but I have time.....
Let's ....! We have to leave in 5 minutes!
No, don't clean your room tomorrow. Do it ....
My teacher gives me extra work if I'm one .... late
now
nose
year
black
minute
dark
tomorrow
quick
hurry
Slide 7 - Drag question
My teacher is angry when I'm .... (laat)
Slide 8 - Open question
Ginny ..... (vaak) walks the dog
Slide 9 - Open question
Be ..... (snel)! The train is leaving soon.
Slide 10 - Open question
I often wake up ..... ('s nachts).
Slide 11 - Open question
I can't wait to go skiing .... (volgende) month!
Slide 12 - Open question
kwart over 2
kwart voor 8
half 7
overhemd
strak
comfortabel
shirt
half past seven
a quartes past eight
a quarter past two
tight
comfortable
half past six
a quarter to eight
visgerechten
Slide 13 - Drag question
Persoonlijke voornaamwoorden
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat verwijst naar een levend wezen.
Slide 14 - Slide
Persoonlijke voornaamwoorden
(onderwerp)
I
(ik)
You
(jij)
He/She/It
(hij/zij/het)
We
(wij)
You
(jullie)
They
(zij)
Persoonlijke voornaamwoorden
(niet-onderwerp)
Me
(me)
You
(jou)
Him/Her/It
(hem/haar/het)
Us
(ons)
You
(jullie)
Them
(hen)
Slide 15 - Slide
Persoonlijke voornaamwoorden zijn..
A
I, you, he/she/it, we, they, you
B
My, mine, yours, theirs
C
What, who, where, when, why
Slide 16 - Quiz
"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
dog
A
he
B
it
C
you
D
I
Slide 17 - Quiz
"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord:
Susan
A
he
B
we
C
you
D
she
Slide 18 - Quiz
'verander' naar een persoonlijk voornaamwoord:
Cat
A
You
B
They
C
I
D
It
Slide 19 - Quiz
Vul een persoonlijk voornaamwoord in:
I am hungry. Can you please bring _______ a snack?
A
him
B
you
C
her
D
me
Slide 20 - Quiz
Vul een persoonlijk voornaamwoord in:
She is shouting. Can you hear ____?
A
him
B
them
C
her
D
us
Slide 21 - Quiz
Vul een persoonlijk voornaamwoord in:
My sister and I need help. Can you help _______?
A
you
B
us
C
her
D
them
Slide 22 - Quiz
Vul een persoonlijk voornaamwoord in:
It is very cold today. I don't like ______?
A
them
B
us
C
her
D
it
Slide 23 - Quiz
Vul een persoonlijk voornaamwoord in:
I don't understand what ..... mean, John.
Slide 24 - Open question
Lidwoorden
a of an?
Slide 25 - Slide
Wanneer gebruik je het lidwoord a?
A
Woorden die beginnen met b,c,d,f enz...
B
Woorden die beginnen met een a,e,i,o,u.
C
enkelvoud en meervoud.
Slide 26 - Quiz
Wanneer gebruik je het lidwoord an?
A
Woorden die beginnen met een b,c,d,f enz...
B
Woorden die beginnen met een a,e,i,o,u.
C
Enkelvoud en meervoud.
Slide 27 - Quiz
vul het juiste lidwoord in
..........computer
A
an
B
a
Slide 28 - Quiz
Welk lidwoord?
human
A
A human
B
An human
Slide 29 - Quiz
Welk lidwoord?
wrist
A
A wrist
B
An wrist
Slide 30 - Quiz
Welk lidwoord?
hour
A
A hour
B
An hour
Slide 31 - Quiz
Welk lidwoord?
Story
A
A story
B
An story
Slide 32 - Quiz
welk lidwoord?
Tree
A
A tree
B
An tree
Slide 33 - Quiz
Welk lidwoord?
Umbrella
A
A umbrella
B
An umbrella
Slide 34 - Quiz
Grammar
HAVE GOT
Slide 35 - Slide
Have got
Have got betekent
hebben
Je gebruikt have got om te zeggen of vragen wat iemand heeft.
I have got a cat.
Ik heb een kat.
Slide 36 - Slide
"have got" = hebben
1 persoon:
I
have got ...
you
have got ...
he
has got ...
she
has got ...
it
has got ...
meer personen:
We
have got ...
You
have got ...
They
have got ...
Slide 37 - Slide
Have got
- Ontkennende zinnen
I have
not
got
You have
not
got
He / She / It has
not
got
They have
not
got
We have
not
got
You have
not
got
Slide 38 - Slide
HAS GOT/ HASN'T GOT/ HAVE GOT/ HAVEN'T GOT
Susan _______ long hair.
Slide 39 - Open question
Vul de juiste vorm van 'have got' in:
My dad ... (have got) blue eyes.
Slide 40 - Open question
Vul de juiste vorm van 'have got' in:
They ... (not - have got) three sisters.
Slide 41 - Open question
Maak de volgende zin met have (got) ontkennend:
The twins have got bunk beds.
Slide 42 - Open question
Vul de juiste vorm van 'have got' in:
We ___ a problem. (have got)
Slide 43 - Open question
Vul de juiste vorm van 'have got' in:
My dad ____ blue eyes. (have got)
Slide 44 - Open question
Maak deze zin vragend - Gebruik 'have got'
I have got two friends
Slide 45 - Open question
Klokkijken & Rangtelwoorden
Slide 46 - Slide
Hoe laat is het?
A
It's half twelve.
B
It's half past eleven.
C
It's half past twelve.
D
It's half eleven
Slide 47 - Quiz
Hoe laat is het?
A
It's a quarter past eight.
B
It's a quarter to eight
Slide 48 - Quiz
Hoe laat is het?
14:00 uur.
A
Two o'clock
B
Two hour
C
A two o'clock
D
Two'oclock
Slide 49 - Quiz
What do most people do at this time: 07.00 o'clock
A
Have lunch
B
Get out of bed
C
Go to bed
D
Eat dinner.
Slide 50 - Quiz
Wat is het juiste rangtelwoord voor eenentwintigste?
A
Twentyfirst
B
Twentyfirsth
C
Twentiefirst
D
Twenty-first
Slide 51 - Quiz
Wat is het juiste rangtelwoord voor zevende?
A
Sevenht
B
Seventy
C
Seventh
D
Seventht
Slide 52 - Quiz
persoonlijk voornaamwoorden verwijzen naar:
A
personen, namen, dieren
B
dieren, namen, woorden
C
Woorden, dingen, personen
D
mensen, dieren of dingen
Slide 53 - Quiz
More lessons like this
To have got/ persoonlijke voornaamwoorden 1BL4
May 2020
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Unit 1 (voor het pw)
October 2022
- Lesson with
31 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Oefentoets Unit 2
19 days ago
- Lesson with
16 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
All grammar revision Unit 1
September 2024
- Lesson with
41 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Unit 0 lesson 1 Articles, Pronouns, To be
September 2022
- Lesson with
43 slides
Engels
Basisschool
Groep 8
.....
October 2024
- Lesson with
40 slides
Present simple/ vragende voornaamwoorden/persoonlijke voornaamwoorden
19 days ago
- Lesson with
47 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Proefwerk revision
October 2022
- Lesson with
28 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1