Spelling blok2 week2 les3

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Staal spelling blok2 week2 les3

Dit proefje duurt tien minuten.

- Je pakt een lege emmer met een hengsel, waarna je hem met een laagje water vult.

- Je pakt de gevulde emmer aan het hengsel en zwaait hem over je hoofd.

Wat gebeurt er?

Je pakt een lege emmer met een hengsel, waarna je hem met een laagje water vult.
Welke woordsoort is emmer?

Welk lidwoord hoort bij emmer?

Staat hengsel in het enkelvoud of in het meervoud?

1. enkelvoud
2. meervoud

Wat is het meervoud van hengsel?

bijvoeglijke naamwoorden

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

lege

gevulde

metalen

kunststoffen

plastic

Je pakt een lege emmer met een hengsel, waarna je hem met een laagje water vult.
Noem het voegwoord.

Je pakt de gevulde emmer aan het hengsel en zwaait hem over je hoofd.
Noem de voorzetsels.

Welk woordsoort is tien?

1. telwoord
2. rangtelwoord

Noem het rangtelwoord van tien.

Wat gebeurt er?
Zet deze zin in de voltooide tijd.

De zwaartekracht houdt het water in de emmer.
Noem de persoonsvorm.

De zwaartekracht houdt het water in de emmer.
Noem het werkwoordelijk gezegde.

De zwaartekracht houdt het water in de emmer.
Noem het onderwerp.

De zwaartekracht houdt het water in de emmer.
Noem het lijdend voorwerp.

Typ het volgende woord...

Typ het volgende woord...

1e zin:

2e zin: