Les 4.3 Dwarslaesie

1 / 25
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is een dwarslaesie?
A
Uitval verschijnselen
B
Een hersen beschadiging
C
Halfzijdige verlamming
D
Beschadiging van het ruggenmerg

Slide 11 - Quiz

Wanneer iemand een dwarslaesie heeft ten hoogte van C1 en C2
A
is hij volledig verlamd
B
kan hij niet zelfstandig ademen en is volledig verlamd

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Bij een ....... dwarslaesie is enig herstel mogelijk
A
Complete
B
Incomplete
C
Beide bovenstaande
D
Geen van bovenstaande

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Welke aandoening komt vaker voor bij patienten met een dwarslaesie?
A
Longontsteking
B
Decubitus
C
Beide bovenstaande
D
Geen van bovenstaande

Slide 19 - Quiz

Je kunt auto rijden met een dwarslaesie
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Patiënten met een dwarslaesie hebben dagelijks minder kilocalorieën nodig
A
Deze stelling is correct
B
Deze stelling is niet correct

Slide 21 - Quiz

Waarom lopen patiënten met een dwarslaesie een groter risico op een longontsteking?
A
De weerstand is bij deze patiënten over het algemeen verminderd
B
Door spierverlamming is de mogelijkheid tot ophoesten beperkt
C
Patiënten voelen over het algemeen niet dat ze ziek zijn

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

De lesstof over dwarslaesie heb ik begrepen
0100

Slide 25 - Poll