What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Signaalwoorden en tekstverbanden
Signaalwoorden en tekstverbanden
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Signaalwoorden en tekstverbanden
Slide 1 - Slide
1. Tegenstellend verband (er worden zaken tegenover elkaar gezet).
Signaalwoorden: tegenover, maar, hoewel, echter, toch, daarentegen, aan de ene kant, aan de andere kant.
Voorbeeld: Ik moet huiswerk maken, maar ik ga toch Netflixen.
Slide 2 - Slide
2. Chronologisch verband (tijdsvolgorde)
Signaalwoorden: vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, uiteindelijk, nadat, terwijl, dadelijk, intussen.
Voorbeeld: Eerst ga ik mijn huiswerk maken, daarna ga ik Netflixen.
Slide 3 - Slide
3. Opsommend verband (er worden dingen achter elkaar opgesomd)
Signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), en, daarnaast, verder, ten slotte.
Voorbeeld: Ik houd van: spruitjes, doperwten en sla. Daarnaast houd ik ook erg van pizza.
Slide 4 - Slide
4. Toelichtend verband (extra informatie, vaak een voorbeeld)
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, op deze manier, als, zoals, denk aan, neem nou, neem bijvoorbeeld.
Voorbeeld: Er zijn veel mensen betrokken bij het maken van een game, zoals tekenaars, programmeurs en geluidstechnici.
Slide 5 - Slide
Ik loop naar huis, nadat ik het pakketje heb weggebracht.
Wat is het signaalwoord?
A
weggebracht
B
heb
C
nadat
D
loop
Slide 6 - Quiz
Ik loop naar huis, nadat ik het pakketje heb weggebracht.
Wat is het tekstverband?
A
opsommend verband
B
chronologisch verband
C
toelichtend verband
D
tegenstellend verband
Slide 7 - Quiz
Lasagne is mijn lievelingseten, hoewel ik pizza ook erg lekker vind.
Wat is het signaalwoord?
A
mijn
B
is
C
ook
D
hoewel
Slide 8 - Quiz
Lasagne is mijn lievelingseten, hoewel ik pizza ook erg lekker vind.
Wat is het tekstverband?
A
chronologisch verband
B
tegenstellend verband
C
toelichtend verband
D
opsommend verband
Slide 9 - Quiz
Ik houd van: aardbeien, frambozen en kersen.
Wat is het signaalwoord?
A
en
B
,
C
van
D
houd
Slide 10 - Quiz
Ik houd van: aardbeien, frambozen en kersen.
Wat is het tekstverband?
A
chronologisch verband
B
tegenstellend verband
C
toelichtend verband
D
opsommend verband
Slide 11 - Quiz
Ik houd van dure auto's, zoals een Porsche.
Wat is het signaalwoord?
A
Ik
B
Porsche
C
zoals
D
een
Slide 12 - Quiz
Ik houd van dure auto's, zoals een Porsche.
Wat is het tekstverband?
A
toelichtend verband
B
opsommend verband
C
chronologisch verband
D
tegenstellend verband
Slide 13 - Quiz
Aan de slag!
* We maken eerst samen opdracht 3 (videofragment)
* Maak daarna opdracht 2 op blz 22 en 23 van het boek!
Slide 14 - Slide
More lessons like this
Het beschrijvend verband
March 2021
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
H2 lezen, tekstverbanden en signaalwoorden
September 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Signaalwoorden
February 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 17: standpunten en argumenten
October 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Oefenen tekstverbanden en signaalwoorden 1Hd
December 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Tekstverbanden en signaalwoorden
February 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Tekstverbanden en signaalwoorden
November 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 5 Cursus 1 Meer dan lezen Nieuw Nederlands klas 2 KGT
13 days ago
- Lesson with
17 slides