wk 49 klas 1 (leerstof lezen herhalen + spelling bnw)

Lezen
timer
7:00
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen
timer
7:00

Slide 1 - Slide

Programma deze les
  • Terugblik van lezen
  • Leeroverzicht maken
      Je weet waar de stof staat
      Je weet precies wat je moet leren voor de toets
      Je stelt vragen over theorie die je nog niet begrijpt

  • Spelling bijvoeglijk naamwoord
      Je leert welke 3 bijvoeglijke naamwoorden er zijn
      Je kunt het bijvoeglijk naamwoord correct spellen


Slide 2 - Slide

Op welke 4 manieren kun je een tekst inleiden?

Slide 3 - Open question

Op welke 3 manieren kun je een tekst afsluiten?

Slide 4 - Open question

Is een tekstdoel altijd gekoppeld aan één tekstsoort?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

In deze tekst wil ik dat de lezer mijn mening gaat volgen. Mijn tekstsoort is:
A
een informerende tekst
B
een overtuigende tekst
C
een beschouwende tekst
D
een activerende tekst

Slide 6 - Quiz

In deze tekst wil ik dat de lezer iets gaat doen. Mijn tekst is een:
A
overtuigende tekst
B
beschouwende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 7 - Quiz

In deze tekst geef ik de lezer voldoende informatie zodat hij zelf zijn mening kan vormen. Dit is een:
A
beschouwende tekst
B
betogende tekst

Slide 8 - Quiz

Leerstofoverzicht maken
Kijk in drive in de map 'studiewijzer' bij week 45 t/m 49 in de groene vlakken wat je moet leren. Dit zijn slechts leerdoelen. Vul de leerdoelen nu aan met wat je erover weet.

Bijvoorbeeld: Wat weet je nu over tekstdoelen, - soorten en -vormen? Maak een overzicht in je schrift (=huiswerk volgende les)

timer
20:00

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Aantekening maken:
Er zijn 3 soorten bijvoeglijke naamwoorden:
  1. gewone bnw: de rode stoel
  2. een stof als bnw: de betonnen muur
  3. het voltooid deelwoord als bnw: de gewitte muur

Slide 11 - Slide

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord geeft aan van welk materiaal iets is gemaakt. 

Oude stoffen krijgen -en achteraan:
De glazen deur, de houten stoel, de stenen trap

Nieuwe stoffen veranderen niet:
Een plastic tas, de nylon hoes, een kunststof map

Slide 12 - Slide

Voltooid deelwoord als bnw

Slide 13 - Slide

Individuele opdracht:
1 vwo: blz. 138 en 139, maken opdracht 6 en 8

1hv: blz. 127 en 128, maken opdracht 26 en 28

Week 50: 1-toets spelling:
ww-spelling, meervouden en bijvoeglijk naamwoord

Slide 14 - Slide