K4 H2 Taalverzorging (I): spelling aan elkaar of los

Spelling
aan elkaar of los 
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling
aan elkaar of los 

Slide 1 - Slide

Aan elkaar als:

- werkwoorden met o.a. na, op, over, uit.

Ik heb de hond uitgelaten. Wij gaan de hond uitlaten.

Daar heb ik over nagedacht. Daar moet ik over nadenken.

Slide 2 - Slide

Aan elkaar als:
- samenstellingen die bestaan uit twee of meer zelfstandige naamwoorden (mensen, dieren, planten, dingen en gevoelens)

Kassabon, boekenkas, sportschoenen

Slide 3 - Slide

Aan elkaar als:
- samengestelde aardrijkskundige namen

Zuid-Brabant, Oost- Friese

Slide 4 - Slide

Aan elkaar bij:

- getallen tot en met duizend

zesenzeventig, vijfhonderd, drieëntwintigduizend

Slide 5 - Slide

Waarom schrijf je het woord aan elkaar?
-Ophalen-
A
Het is een werkwoord dat begint met een woord als: op, over, na
B
Het is een samenstelling die bestaat uit 2 of meer ZN's
C
Het is een samengestelde aardrijkskundige naam
D
Het is een getal tot en met duizend

Slide 6 - Quiz

Waarom schrijf je het woord aan elkaar?
-Kaasboer-
A
Het is een werkwoord dat begint met een woord als: op, over, na
B
Het is een samenstelling die bestaat uit 2 of meer ZN's
C
Het is een samengestelde aardrijkskundige naam
D
Het is een getal tot en met duizend

Slide 7 - Quiz

Waarom schrijf je het woord aan elkaar?
-Noord-Laren-
A
Het is een werkwoord dat begint met een woord als: op, over, na
B
Het is een samenstelling die bestaat uit 2 of meer ZN's
C
Het is een samengestelde aardrijkskundige naam
D
Het is een getal tot en met duizend

Slide 8 - Quiz

Waarom schrijf je het woord aan elkaar?
-Inzetten-
A
Het is een werkwoord dat begint met een woord als: op, over, na
B
Het is een samenstelling die bestaat uit 2 of meer ZN's
C
Het is een samengestelde aardrijkskundige naam
D
Het is een getal tot en met duizend

Slide 9 - Quiz

Waarom schrijf je het woord aan elkaar?
-Loodgieter-
A
Het is een werkwoord dat begint met een woord als: op, over, na
B
Het is een samenstelling die bestaat uit 2 of meer ZN's
C
Het is een samengestelde aardrijkskundige naam
D
Het is een getal tot en met duizend

Slide 10 - Quiz

Waarom schrijf je het woord aan elkaar?
-Zuid-Limburg-
A
Het is een werkwoord dat begint met een woord als: op, over, na
B
Het is een samenstelling die bestaat uit 2 of meer ZN's
C
Het is een samengestelde aardrijkskundige naam
D
Het is een getal tot en met duizend

Slide 11 - Quiz

Waarom schrijf je het woord aan elkaar?
-alarmsignaal-
A
Het is een werkwoord dat begint met een woord als: op, over, na
B
Het is een samenstelling die bestaat uit 2 of meer ZN's
C
Het is een samengestelde aardrijkskundige naam
D
Het is een getal tot en met duizend

Slide 12 - Quiz

Waarom schrijf je het woord aan elkaar?
-bijleggen-
A
Het is een werkwoord dat begint met een woord als: op, over, na
B
Het is een samenstelling die bestaat uit 2 of meer ZN's
C
Het is een samengestelde aardrijkskundige naam
D
Het is een getal tot en met duizend

Slide 13 - Quiz

Waarom schrijf je het woord aan elkaar?
-drieduizend-
A
Het is een werkwoord dat begint met een woord als: op, over, na
B
Het is een samenstelling die bestaat uit 2 of meer ZN's
C
Het is een samengestelde aardrijkskundige naam
D
Het is een getal tot en met duizend

Slide 14 - Quiz

Waarom schrijf je het woord aan elkaar?
-telefoonoplader-
A
Het is een werkwoord dat begint met een woord als: op, over, na
B
Het is een samenstelling die bestaat uit 2 of meer ZN's
C
Het is een samengestelde aardrijkskundige naam
D
Het is een getal tot en met duizend

Slide 15 - Quiz

Maken in schrift
- opdracht 4 (alleen hele ww opschrijven)
- opdracht 6 
- opdracht 7 
- Opdracht 8 

Slide 16 - Slide

Nakijken
Kijk opdracht 4, 6, 7 en 8 na via Studiewijzer 

Slide 17 - Slide