Week 2- lesson 1- Prepositions of time

1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Mohammad Ali
Maysa
Amin
Anelia
Khadija
Amelia
Daniela
Sami
Rhiannah
Ineya
Preciosa
Fabian
Xavi
Abdullah
Baran
Sandra
Israa
Julia
Dina
Yasmin
Mohamed
Magdi
Safa
Rishana
Docent

Slide 2 - Slide

Grammar: Prepositions of time

Slide 3 - Slide

Prepositions of time
In het Engels zijn er een aantal voorzetsels van tijd.
Tijdens deze lesson-up behandelen we er drie:

on, in en at

Slide 4 - Slide

Prepositions of time
on gebruik je altijd bij dagen & data.

I have guitar lesson on Thursday.
My dad's birthday is on the sixth of January.

Slide 5 - Slide

Prepositions of time
in gebruik je altijd bij maanden, jaartallen en seizoenen.

We have holiday in October.
I was born in 1999.
Susan always goes skiing in Winter.

Slide 6 - Slide

Prepositions of time
at gebruik je bij tijden.

I have English at a quarter past eleven.

Daphne has football practice at seven o'clock.

Slide 7 - Slide

Prepositions of time
Dus samengevat:

on bij dagen en data
in bij maanden, jaartallen en seizoenen
at bij tijden

Slide 8 - Slide

Prepositions of Time (uitzonderingen)

Slide 9 - Slide

Juul's birthday is ... the 21st of May.
A
in
B
at
C
on

Slide 10 - Quiz

Nyncke finished school ... a quarter past four.
A
in
B
at
C
on

Slide 11 - Quiz

Diandra trains with her dog ... Wednesdays.
A
in
B
at
C
on

Slide 12 - Quiz

Daphne was born ... 2006.
A
in
B
at
C
on

Slide 13 - Quiz

Task (opdracht)
Ex. 15-17 p. 16-17

Slide 14 - Slide