2. 4 sept: Onderwerp en hoofdgedachte 2

Op tafel: 
- schrift / map
- Oefenboek (zachte kaft)
- pen

Welkom vwo 4D
timer
2:30
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Op tafel: 
- schrift / map
- Oefenboek (zachte kaft)
- pen

Welkom vwo 4D
timer
2:30

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag woensdag 4 september:
  • Huiswerk bespreken
  • Herhaling H2
  • Tekst lezen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Communicatie hoofdstuk 2, opdr 3a en 4
Bedenk een hoofdgedachte en twee deelonderwerpen bij onderstaande onderwerpen:
a. voetbal op kunstgras
  •  deelonderwerpen: gevaar voor gezondheid, blessuregevoeligheid.
  • hoofdgedachte: Professionele voetbalclubs stappen af van voetballen op kunstgras.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Communicatie hoofdstuk 2, opdr 3b en 4
Bedenk een hoofdgedachte en twee deelonderwerpen bij onderstaande onderwerpen:
b. bol.com
  •  deelonderwerpen: gemak, online koopverslaving
  • hoofdgedachte:  Bol.com vertegenwoordigt de mooie en minder mooie kanten van onze consumentenmaatschappij.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Communicatie hoofdstuk 2, opdr 3b en 4
Bedenk een hoofdgedachte en twee deelonderwerpen bij onderstaande onderwerpen:
c. lettervermicelli
  •  deelonderwerpen: taalvaardigheid, spelenderwijs leren
  • hoofdgedachte: Lettervermicelli leent zich voor leuke taalspelletjes met kinderen. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

H. 2 onderwerp en hoofdgedachte
Lesdoel: Je kunt het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst herkennen. 


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Begrippen:

Onderwerp: één woord of een woordgroep (geeft aan waar de tekst over gaat)
Deelonderwerpen: één woord of een woordgroep (geeft aan waar één of een paar alinea's samen over gaan)
Hoofdgedachte: één zin (geeft aan waar de tekst over gaat)

Kernzin: belangrijkste zin in de alinea.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Het onderwerp
- samenvatting in één woord of woordgroep
- oriëntatie
- deelonderwerpen
Je moet het onderwerp van een tekst kunnen bepalen. 
Bij je PWS moet je het andersom kunnen: jij moet een onderwerp met deelonderwerpen bedenken. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Onderwerp of hoofdgedachte?

Het onderwerp van een tekst = het samenvatten van de tekst in één woord of woordgroep.

De hoofdgedachte van een tekst = onderwerp + hoofdzaken in één zin.
  • Tekst bekijken, inleiding + slot lezen
  • Hele tekst lezen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Voorkeursplaatsen / waar in de tekst?
Onderwerp:
  • titel, inleiding, afbeeldingen, slot
Deelonderwerpen
  • middenstuk - deeltitels (tussenkoppen)
Hoofdgedachte
  • slot
  • Wordt er naar de hoofdgedachte gevraagd, lees dan eerst de hele tekst (of beantwoord deze vraag pas als laatst).

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kernzin
  • De belangrijkste zin van een alinea. 
  • Meestal de eerste, tweede of laatste zin in een alinea.

  • De kernzin helpt bij het vinden van de hoofdgedachte, maar! 
  • de hoofdgedachte staat vaak niet letterlijk in de tekst. 

  • De hoofdgedachte moet je vaak zelf bedenken met de vraag: 
  • Wat is het belangrijkste dat de schrijver over het onderwerp zegt?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Greta Thunberg
Klimaatactivist

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Tekst 'De vloek van de wereldverbeteraars'.  

  • Wat is een wereldverbeteraar?
  • Wat is een vloek?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Werkboek, pg 36.

Bekijk de tekst.

  • Oriënteer je op het onderwerp
  • Lees de inleiding (alinea 1, 2, 3) + slot (alinea 9)
  • Vraag 10: Weet je al wat het onderwerp kan zijn?
timer
3:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Hoe weet je de hoofdgedachte?

  • Door de hele tekst te lezen. 
  • Dus als dit de tweede vraag is, laat 'm dan even liggen tot het einde. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Maak opdracht 11, 12 en 13. 
Schrijf de antwoorden in je schrift/map.
timer
8:00

Slide 17 - Slide

vraag 11 behandeld
Communiceren doe je samen 2
Vraag 11
Waar staat de vraag?
Waar staat het antwoord? 

Antwoord: bestaat uit twee delen
  • alinea 3:
  • wereldverbeteraars lezen anderen de les (en dat vindt men irritant) (regel 21-23)
  • alinea 4: 
  • wereldverbeteraars geven je het gevoel dat ze negatief over je oordelen. (regel 30, 31)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag 12 - alinea 5
moeilijke begrippen: 
- bovengemiddeld moreel > verschil tussen goed en kwaad goed kennen en zich zo gedragen.
- gutmensch > Duits voor 'goed mens'
- GeenStijl > een activistische Nederlandse actualiteitenwebsite. De site verzet zich tegen politieke correctheid

Tussenkopje boven alinea 5
  •  Bescherming van het ego (regel 38)


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag 13 

  • Mensen blijven liever onwetend over de negatieve gevolgen van hun keuzes. Als iemand anders hier wél aandacht aan schenkt, wordt deze persoon negatief beoordeeld. Mensen gaan bovendien niet alleen op de boodschapper schieten, maar ook op de boodschap zelf. Ze zijn nog minder geneigd om aandacht te schenken aan de negatieve gevolgen van hun keuzes en aan het doen van duurzame aankopen. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
  • Vraag 14:
  • Weet je de hoofdgedachte al? 
  • Waar vind je die?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Onderwerp of hoofdgedachte?

Het onderwerp van een tekst = het samenvatten van de tekst in één woord of woordgroep.

De hoofdgedachte van een tekst = onderwerp + hoofdzaken in één zin.
  • Tekst bekijken, inleiding + slot lezen
  • Hele tekst lezen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wie vind jij een echte wereldverbeteraar? Dit kan een artiest, sporter, influencer, je buurman of je oma zijn. Je schrijft een tekstje waarin je uitlegt op welke manier deze persoon de wereld een beetje mooier maakt. 

Schrijf in je map/schrift:
1. Schrijf het onderwerp van je tekst op. Dit is de naam van de wereldverbeteraar die jij gekozen hebt.  
2. Bedenk een hoofdgedachte bij je tekst. 
3. Leg in twee alinea's uit waarom deze persoon een wereldverbeteraar is. 
4. Schrijf een titel boven je tekst. 
Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 
timer
0:15
Klaar? Lever je opdracht in via Teams.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Beantwoord de volgende vragen in je schrift:
1. Wat is de definitie van het onderwerp?
2. Wat is de definitie van de hoofdgedachte?
3. Wat zijn de voorkeursplaatsen voor het onderwerp?
4. Wat zijn de voorkeursplaatsen voor de hoofdgedachte? 
Schrijf in stilte
timer
5:00

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk:
Zoek en neem (digitaal) mee:
column, ingezonden brief of rectificatie

Slide 25 - Slide

This item has no instructions