Brabants (carnaval)

1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Ik spreek thuis Nederlands
ja
nee
soms

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Video

Welke talen spreek je thuis?

Slide 4 - Mind map

Ik spreek thuis Brabants
ja
nee
soms

Slide 5 - Poll

Ik kan ...% van het Brabants verstaan
0-25
25-50
50-75
75-100

Slide 6 - Poll

Slide 7 - Video

Moeten we Brabants in ere houden?
ja
nee

Slide 8 - Poll

Waar of wanneer gebruik jij Brabants?

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat betekent 'bekaant'?

Slide 14 - Open question

Is het gevaarlijk als je bent aangereden?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Wat betekent 'hendig'?

Slide 16 - Open question

Wat is ABN voor 'wè'?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Kun je e

Slide 19 - Open question

Kun je een 'errebeezie' eten?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Wat betekent 'leutig'?
A
liever
B
grappig
C
leuk
D
gezellig

Slide 21 - Quiz

Wat is het Nederlandse woord voor 'ammel'?

Slide 22 - Open question

Wat is een 'zeemeleir'
A
zeeman
B
schip
C
zeurpiet
D
huisje aan zee

Slide 23 - Quiz

Wat zijn 'verkette'?

Slide 24 - Open question

Wat doen we als we 'bakkeleie'?
A
bakken
B
kletsen
C
twijfelen
D
ruzie maken

Slide 25 - Quiz

Wanneer is 'sebiet'?
A
meteen
B
straks
C
morgen
D
gisteren

Slide 26 - Quiz

Ken je nog meer Brabantse woorden?

Slide 27 - Mind map

Slide 28 - Video

Slide 29 - Link

Wanneer spreek jij Brabants?

Slide 30 - Mind map

Slide 31 - Video

Nu zelf - schrijf je eigen kraker


Kies een thema
 en een melodie
Misschien wat woordgrappen
Schrijf de tekst
Er moeten ten minste vijf Brabantse woorden in zitten

Slide 32 - Slide