This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
30 oktober 2023
welkom
Slide 1 - Slide
Lezen
Slide 2 - Slide
Hoe was je vakantie?
Wat heb jij in de vakantie gedaan ?
Slide 3 - Slide
Woordenschat
Slide 4 - Slide
lekker
is goed
smaakt goed
is mooi
zin: Ik vind pasta lekker.
zin: Het is lekker weer.
zin: Welterusten! Lekker slapen.
32
Slide 5 - Slide
de lepel
eet je soep mee
ligt naast je bord
hoort bij vork en mes
de lepel - de lepels
zin: Soep eet je met een lepel.
33
Slide 6 - Slide
de maaltijd
eet je drie keer per dag
ontbijt - ochtend
lunch - middag
warm eten - avond
de maaltijd - de maaltijden
zin: Ik eet de maaltijd in de keuken.
34
Slide 7 - Slide
de man
volwassen jongen
geen vrouw
de man - de mannen
zin:De man gaat naar de winkel.
zin:De man woont in Den Helder.
35
Slide 8 - Slide
de melk
komt uit een koe of geit
drinken
altijd wit
zin: Ik drink elke avond melk.
zin:Melk met chocolade is chocolademelk.
36
Slide 9 - Slide
het menu
een lijst met eten in een restaurant
je mag kiezen wat je eet
het menu - de menu's
zin: Er staat pizza op het menu.
37
Slide 10 - Slide
het mes
scherp
om mee te snijden
om mee te smeren
het mes - de messen
zin: Ik smeer boter met een mes.
zin: Het mes is heel scherp.
38
Slide 11 - Slide
Vul de woorden in.
In een restaurant kan ik eten ............ van het .............
A
lekker - pizza
B
menu - kiezen
C
pizza - lekker
D
kiezen - menu
Slide 12 - Quiz
Waarmee kun je snijden en smeren? Kies de goede foto.
A
B
C
D
Slide 13 - Quiz
Maak een zin met het woord: met/ patat/ mayonaise/ ketchup - minimaal 4 woorden - Let op de goede volgorde: persoonswoord - werkwoord - de rest van de zin - gebruik een hoofdletter en een punt een persoonswoord een werkwoord (goede vorm!) een voegwoord
39
Slide 14 - Open question
Soep eet je met de .............
33
A
vork
B
mes
C
lepel
D
bestek
Slide 15 - Quiz
Ik eet de soep met een ............., het vlees snijd ik met een .......... en de aardappel prik ik met een ..................
Welke woorden vul je in?
Slide 16 - Open question
De maaltijd eten met mes, vork en lepel is netjes.
(er zijn meer goede antwoorden)
33+38+56
A
lepel - vork - mes
B
vork - lepel - mes
C
vork - mes - lepel
D
mes - lepel - vork
Slide 17 - Quiz
Welke maaltijden eet jij op één dag?
Slide 18 - Open question
Waar zie je een man?
A
B
C
D
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
view.publitas.com
Slide 21 - Link
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
taak disk
Bedenk een lekkere maaltijd.
Schrijf het recept op voor de maaltijd.
Zoek ook woorden op internet of in het woordenboek.