5. Je weet wat een structuurformule is en je kunt dit tekenen.
6. Je kent de belangrijkste energiebronnen in voeding en je kunt er reactievergelijkingen van opstellen van de vorming of afbraak hiervan.
Je kunt (deze les):
- In woorden en de reactievergelijking van de afbraakreactie van vet in het lichaam noteren.
- Een vet herkennen aan zijn structuurformule en daarin het vetzuurdeel en glyceroldeel van elkaar onderscheiden.
- Uitleggen wat een verzadigd en (meervoudig) onverzadigd vet is,
- deze herkennen aan hun molecuul- en/of structuurformule en
- aangeven waarin zij voornamelijk voorkomen.
- Uitleggen wat met de energiewaarde van voedsel wordt bedoeld.