b in de gen.; het is onderdeel van een genitivus absolutus
Slide 36 - Slide
Συμβουλή 1
1 ‘zeer velen’ klinkt vermoedelijk iets aannemelijker; dan zijn er minder verwijfdemannen dan met ‘de meeste …’ (dit laatste lijkt nogal onwaarschijnlijk)
Slide 37 - Slide
Συμβουλή 2
a ἐμοὶ ... αὐτῷ
b καὶ
c door niet alleen die ziektes, maar álle ziektes goddelijk te noemen (καὶ τἄλλα πάντα); en de een is niet goddelijker of menselijker dan de ander en ten slotte is alles in overeenstemming met de natuur
Slide 38 - Slide
Συμβουλή 3-4-5
3 ze zijn bang dat het hun ook overkomt
4 dat de mannen vrouwendingen doen
5 a ὑγιεῖς (ἐόντες)
b de ὑγιεῖς hebben geen last meer van verlammingen en ontstekingen in de heupen, de οὐχ ὑγιεῖς nog wel; beiden hebben last van impotentie
Slide 39 - Slide
Συμβουλή 6-7-8
6 het opensnijden van de ader achter de oren
7 de genoemde aders die het zaad vanuit de hersenen achter de oren langs naar de geslachtsdelen vervoeren
8 blijkbaar nemen ze het niet zo nauw met de huwelijkse trouw
Slide 40 - Slide
Συμβουλή 9-10
9 χρῆσθαι, ‘gebruiken’, getuigt niet van een vriendelijke omgang met elkaar; de vrouwen worden eerder als een soort gebruiksvoorwerp gezien
10 ‘niets anders’ wil zeggen dat de impotentie blijft
Slide 41 - Slide
Opdracht bij de tekst
Kleur in elke zin:
De persoonsvorm.
Andere werkwoordsvormen in een andere kleur.
Alle Nominativi in een andere kleur.
Alle directe en indirecte objecten ieder in een andere kleur.
(Dus: lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp).
Slide 42 - Slide
Aan het werk.
Herhaal de woordjes van Serie 1 t/m 8
Leer de woordjes en grammatica t/m 10B
Kleur 10B, t/m 13.
Vertaal 10B, t/m 9.
Dit is ook huiswerk.
Slide 43 - Slide
Wat heb je vandaag geleerd?
Slide 44 - Open question
Wat is nog onduidelijk? Waar wil je meer over weten?