What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Bijwoordelijke bepaling
Bijwoordelijke bepaling
BWB
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bijwoordelijke bepaling
BWB
Slide 1 - Slide
DOEL:
Aan het eind van de les:
-weet je hoe je een bijwoordelijke bepaling kunt herkennen.
- welke vragen je moet stellen voor het vinden van een BWB.
Slide 2 - Slide
Grammatica zinsdelen
Weet jij het stappenplan (stap 1 t/m 6) nog voor zinsontleding?
Schrijf dit op in je schrift.
Bespreek daarna jouw antwoorden met je buurman/buurvrouw
Slide 3 - Slide
Stappen
Persoonsvorm (vraagproef/tijdproef) pv
Zinsdeelstreepjes
Onderwerp (wie of wat +pv?) ow
Gezegde (alle werkwoorden, ook pv!) gez
Lijdend voorwerp (wat/wie+gez+ow?) lv
Meewerkend voorwerp (aan wie/voor wie+gez+ow+lv?) mv
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt na stap 1 t/m 6, is bijwoordelijke bepaling.
Slide 6 - Slide
Bijwoordelijke bepaling
De bwb geeft antwoord op de volgende vragen:
waar? wanneer? waarom? waarmee? waardoor? hoe? hoeveel?
Slide 7 - Slide
Gisteren heeft de directeur een lezing gehouden.
gisteren =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 8 - Quiz
Wat is de bijwoordelijke bepaling in de volgende zin?
In Den Haag heb ik een nieuwe stropdas gekocht.
Slide 9 - Open question
Vandaag hebben we pizza gegeten.
we =
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 10 - Quiz
Waarom wil mijn oma altijd een zoen hebben?
altijd=
A
Ondewerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 11 - Quiz
Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen die beginnen met:
A
wanneer, waar, hoe, hoeveel, waarheen, waarom, waardoor, waarmee
B
wie, wat, welke
Slide 12 - Quiz
Wie heeft mijn scooter gerepareerd?
mijn scooter =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 13 - Quiz
Waarom wil mijn oma altijd een zoen hebben?
waarom=
A
Persoonsvorm
B
Onderwerp
C
Lijdend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 14 - Quiz
Mijn moeder heeft mijn oma een nieuwe jas gegeven.
mijn oma =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 15 - Quiz
Chris loopt volgend jaar in New York de marathon.
Wat is in deze zin de BWB?
Slide 16 - Open question
More lessons like this
Bijwoordelijke bepaling
May 2018
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Zinsdelen benoemen
September 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Zinsdelen benoemen
September 2023
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Nieuw Nederlands H1 Zinsdelen
September 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Herhalen ontleden, gez,pv,ow,lv, mw, bijv.bep
October 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Grammatica zinsdelen
February 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling
October 2018
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Bijwoordelijke bepaling
November 2016
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2