Als je een geurkaars neerzet, ruikt het na een tijdje in de hele kamer ernaar, ook als je de kaars niet aan doet. De kaars is in de vaste fase. Welke fase-overgang heeft er plaats gevonden?
This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Als je een geurkaars neerzet, ruikt het na een tijdje in de hele kamer ernaar, ook als je de kaars niet aan doet. De kaars is in de vaste fase. Welke fase-overgang heeft er plaats gevonden?
A
smelten
B
verdampen
C
vervluchtigen
D
condenseren
Slide 1 - Quiz
...de temperatuur daalt
...de temperatuur stijgt
De vloeistof in een reservoir krimpt als....
Slide 2 - Drag question
Kijk naar de nummers 1, 2 en 3.
Op de volgende slide moet je invullen hoe de onderdelen van de thermometer heten die met 1, 2 en 3 aangegeven worden.
Slide 3 - Slide
Hoe heten de onderdelen van de thermometer waar de cijfers 1, 2 en 3 bij staan?
Slide 4 - Open question
Hoe smaller de stijgbuis van een thermometer is, hoe nauwkeuriger je de temperatuur af kan lezen. Leg uit hoe dat komt.
Slide 5 - Open question
Welke zin is waar over de fase-overgang "rijpen"?
rijp
A
het gaat van vast naar vloeibaar
B
het gaat van gas naar vast
C
het gaat van vloeibaar naar vast
Slide 6 - Quiz
Als ijs water wordt, welke fase-overgang vindt er plaats?
A
smelten
B
verdampen
C
condenseren
D
stollen (bevriezen)
Slide 7 - Quiz
Je kan zout in water oplossen
Wat gebeurt er met het vriespunt van water, als je er keukenzout aan toevoegt?
A
Het smeltpunt van het ijs/ruitensproeiervloei-stof is hoger dan 0 °C
B
Het smeltpunt van het ijs/ruitensproeiervloei-stof is lager dan 0 °C
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Welke van deze stoffen zijn vloeibaar bij -20 °C?
Kies uit aceton, water, kwik, glycerol, ether en alcohol.