8.3 Je bloed vervoert

Hoofdstuk 8 Je lichaam werkt
Paragraaf 3
Je bloed vervoert
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 8 Je lichaam werkt
Paragraaf 3
Je bloed vervoert

Slide 1 - Slide

Leerdoel 1 + 2
1. Je noemt de verschillende bestanddelen van bloed en hun kenmerken.


2. Je noemt de taken van de verschillende bestanddelen van bloed.

Slide 2 - Slide

bloed
  • bloed is de vloeistof in ons lichaam.
  • we hebben ongeveer 5 a 6 liter bloed.
  • functie: transport van stoffen, zoals zuurstof en voedingsstoffen

Slide 3 - Slide

Opdracht bij de film over bloed
maak een schema over de bestanddelen van bloed: 
naam                 kleur              functie            wel/geen kern

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Bloedplasma
  • Bloed bestaat voor 55% uit bloedplasma
  • In het bloedplasma zitten eiwitten (7%)
  • Het bloedplasma vervoert veel stofjes (voedingsstoffen, koolstofdioxide, afvalstoffen)

Slide 6 - Slide

Rode bloedcellen
  • meeste bloedcellen zijn de rode bloedcellen
    (5 miljoen rode bloedcellen per kubieke millimeter)
  • Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.
  • Rode bloedcellen hebben geen celkern
  • In rode bloedcellen zit hemoglobine.

Slide 7 - Slide

Witte bloedcellen 
  • Hebben wel een celkern.
  • Hebben geen vaste vorm.
  • 2 type witten bloedcellen:
       *Witte bloedcellen die         
        ziekteverwekkers
insluiten.
      *Witte bloedcellen die     
        antistoffen produceren. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Bloedplaatjes
  • Bloedplaatjes spelen een rol bij bloedstolling(?)
  • Bloedplaatjes zorgen dus voor een korstje

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Leerdoel 3

3. Je noemt de verschillende soorten bloedvaten 
en hun kenmerken

Slide 12 - Slide

Dus drie typen bloedvaten






1 ader                        2 haarvaten                 3 slagader

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Bloedvaten
Door je bloedvaten stroomt het bloed naar al je cellen in je lichaam.

Er zijn 3 soorten bloedvaten:

- slagaders  : transport bloed van hart af
- haarvaten : dunne bloedvaatjes in al je 
                     organen
- aders        : transport bloed naar het hart 
                     toe


Slide 15 - Slide

Maak een schema met bloedvaten
Richting bloedstroom
Bloeddruk
Soort wand
Ligging
Kleppen
 

Slide 16 - Slide

Slagaders
- Slagaders vervoeren het bloed van het hart af.
- Bloed in de slagaders bevat veel zuurstof.
- De bloedruk in de slagaders is hoog. 
- De wanden van de slagaders zijn dik en elastisch.
- Slagaders liggen diep in het lichaam.
- Ze hebben geen kleppen

Slide 17 - Slide

Aders
- Vervoeren het bloed naar het hart toe.
- Het bloed bevat veel koolstofdioxide
- de bloeddruk is laag
- de wanden zijn niet dik
- de aders liggen minder diep in het lichaam
- bevatten aderkleppen
Aderkleppen zorgen ervoor dat het bloed in de aders niet terugstroomt naar de organen.

Slide 18 - Slide

Haarvaten
Vervoeren het bloed in een orgaan
- Het bloed bevat zuurstof of koolstofdioxide
- de bloeddruk is laag
- de wanden zijn heel er dun, 1 cellaag
- liggen in de organen
- bevatten geen kleppen

Slide 19 - Slide

Opdrachten maken
Lees nu de tekst van 8.3 

' Je bloed vervoert' en Door welke bloedvaten stroomt je bloed?' 'Hoe komen stoffen bij de cellen'  nog een keer door en 

maak opdracht 3 t/m 10 in de werkboek 

Slide 20 - Slide