Paragraaf 2.1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Welkom allemaal!
Pak je spullen:
  • Biologieboek
  • Schrift en pen 
  • Mobiel in de tas!

Mooi! Dan gaan we beginnen!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom allemaal!
Pak je spullen:
  • Biologieboek
  • Schrift en pen 
  • Mobiel in de tas!

Mooi! Dan gaan we beginnen!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Uitleg 2.1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

  • Zelfstandig werken aan paragraaf 2.1




Slide 2 - Slide

2.1 Voedingsmiddelen en voedingstoffen

Slide 3 - Slide

Lesdoelen

1.1 Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen.

1.2 Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken.

Slide 4 - Slide

Voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen: alle producten die je eet en drinkt 

Twee varianten:
  • Plantaardig 
  • Dierlijk

Slide 5 - Slide

Voedingsstoffen 
In voedingsmiddelen zitten voedingsstoffen

Voedingsstoffen zijn stoffen die je lichaam nodig heeft voor energie, groei en herstel. 

Voedingsmiddelen
Voedingsstoffen

Slide 6 - Slide

Voedingsstoffen
Voedingsstoffen kunnen vier functies hebben:
  • Brandstof 
  • Bouwstof 
  • Reservestof 
  • Beschermende stof


Slide 7 - Slide

Bouwstoffen: Je lichaam gebruikt deze stoffen om nieuwe cellen te maken of cellen te herstellen. 

Brandstoffen: gebruik je om energie van te krijgen. Dankzij die energie blijft je lichaam warm, kun je bewegen en werken al je organen.

Slide 8 - Slide

Reservestoffen worden opgeslagen in jouw lichaam totdat deze het nodig heeft. 

Beschermende stoffen zorgen ervoor dat je lichaam gezond blijft. 

Slide 9 - Slide

Bouwstoffen worden gebruikt om...

Slide 10 - Open question

Brandstoffen
Bouwstoffen
Reservestoffen
Beschermende stoffen
Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt
Niet direct nodig, worden opgeslagen in lichaam
Leveren energie, nodig voor verbranding
Nodig voor groei, ontwikkeling en herstel bij schade, om nieuwe cellen en weefsels te maken

Slide 11 - Drag question

Eiwitten
Eiwitten dienen als bouwstoffen en brandstoffen. 

Ze zitten veel in vlees, vleesvervangers en eieren.

Slide 12 - Slide

Koolhydraten
Koolhydraten dienen als brandstof, maar worden soms gebruikt als bouwstof of reservestof.

Slide 13 - Slide

Water
Water is de belangrijkste bouwstof voor het lichaam en water speelt een belangrijke rol bij het vervoeren van andere stoffen in het lichaam.

Slide 14 - Slide

Vetten
Vetten zijn een hele goede brandstof, maar worden snel opgeslagen als reservestoffen.

Slide 15 - Slide

Mineralen
Mineralen in ons lichaam zijn vooral bouwstoffen en beschermende stoffen. Het zijn zouten, bijvoorbeeld Calcium (voor je botten) of Natrium.

Slide 16 - Slide

Vitaminen
Vitaminen zijn de belangrijkste beschermende stoffen. 
Er zijn er erg veel en zorgen dus dat je gezond blijft.
A, B, C, D en K. 

Slide 17 - Slide

In deze voedings-middelen zitten vooral:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 18 - Quiz

In deze voedings-middelen zitten vooral:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 19 - Quiz

In deze voedings-middelen zitten vooral:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 20 - Quiz

In deze voedings-middelen zitten vooral:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 21 - Quiz

Huiswerk
Wat:
 Paragraaf 2.1: opdrachten 1 t/m 9
Hoe:
Alleen of in tweetallen

Hulp nodig? Zoek het op in je boek of vraag om hulp
Klaar? maak een samenvatting en een begrippenlijst van paragraaf 2.1
timer
20:00

Slide 22 - Slide

Nabespreking:

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?

Slide 23 - Slide

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 24 - Slide