This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
H 2 2.1
Slide 1 - Slide
Doel van dit hoofdstuk
Je leert in dit thema hoe je ervoor kunt zorgen dat je gezond eet. De meeste voedingsmiddelen moeten eerst worden verteerd voor ze kunnen worden opgenomen in het bloed.
In dit hoofstuk leer je hoe.
Slide 2 - Slide
Voedingsmiddelen
Voedingsmiddelen zijn alles wat je eet.
Slide 3 - Slide
Plantaardige voedingsmiddelen
Veel voedingsmiddelen zijn plantaardig. Vaak eet je niet de hele plant.
Slide 4 - Slide
Wortel
Van radijsjes eet je de wortel.
Slide 5 - Slide
Stengel
Van asperges eet je de stengel.
Slide 6 - Slide
Bladeren
Van sla eet je de bladeren.
Slide 7 - Slide
Bloemen
Van broccoli eet je de bloemen.
Slide 8 - Slide
Vruchten
Bij appels eet je de vruchten.
Slide 9 - Slide
Zaden
Bij een zonnebloem eet je de zaden.
Slide 10 - Slide
Wat eet je bij een:
Chinese kool
A
Wortel
B
Bladeren
C
Stengel
D
Vruchten
Slide 11 - Quiz
Wat eet je bij een:
Bleekselderij
A
Wortel
B
Bladeren
C
Stengel
D
Vruchten
Slide 12 - Quiz
Wat eet je bij:
Druiven
A
Wortel
B
Bladeren
C
Stengel
D
Vruchten
Slide 13 - Quiz
Wat eet je bij:
Kappertjes
A
Bloemen
B
Bladeren
C
Stengel
D
Vruchten
Slide 14 - Quiz
Aubergines?
A
Wortel
B
Bladeren
C
Stengel
D
Vruchten
Slide 15 - Quiz
Cashewnoten?
A
Wortel
B
Stengel
C
Zaden
D
Vruchten
Slide 16 - Quiz
Kidneybonen?
A
Stengel
B
Bladeren
C
Zaden
D
Vruchten
Slide 17 - Quiz
Gember
A
Wortel
B
Bladeren
C
Stengel
D
Vruchten
Slide 18 - Quiz
Kaneel
A
Wortel
B
Bladeren
C
Stengel
D
Schors
Slide 19 - Quiz
Dierlijke voedingsmiddelen
Een ander deel van de voedingsmiddelen is dierlijk.
Dit kan vlees zijn, maar ook melk, eieren, boter, kaas, yoghurt etc.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Voedingsstoffen
Voedingsmiddelen bestaan uit voedingsstoffen.
Een deel daarvan is niet verteerbaar. Dit noem je voedingsvezel en is heel belangrijk voor je darmen.
Aan de slag: Lees de tekst vanaf bladzijde 80 en maak opdracht 1 tm 4.
Slide 22 - Slide
Voedingsstoffen
- Bouwstoffen: groei en ontwikkeling
- Brandstoffen: energie
- Reserve stoffen: opgeslagen energie
- Beschermende stoffen: weerstand en goed functioneren van organen en processen
Slide 23 - Slide
Eiwitten
bouwstof
te veel? brandstof
Slide 24 - Slide
Koolhydraten
brandstof, bouwstof of reservestof
Slide 25 - Slide
Vetten
brandstof, bouwstof of reservestof
Slide 26 - Slide
Water
vervoer stoffen
in dranken, fruit en groente
Slide 27 - Slide
Vezels
Ze zorgen voor een verzadigd gevoel (verzadigd = het gevoel dat je genoeg hebt gegeten).
Voedingsvezel is nodig voor een goede darmwerking.