Alles wat je eet en drinkt, zijn
voedingsmiddelen. Veel voedingsmiddelen komen van planten. Dat zijn plantaardige voedingsmiddelen. Meestal eet je niet de hele plant, maar een deel ervan. Delen van planten zijn wortels, stengels, bladeren, vruchten en zaden (zie afbeelding 1).
Er zijn ook dierlijke voedingsmiddelen (zie afbeelding 2). Als je vlees eet, eet je een deel van een dier. Je kunt ook producten van dieren eten, zoals eieren en melk. Van melk worden zuivelproducten gemaakt, zoals boter, kaas en yoghurt. Ook dat zijn dierlijke voedingsmiddelen.