Doel: leren schrijven van het kilowoord met -ieel en -iaal.
1 / 31
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 6
This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Spelling: blok 6 week 1 les 4
Doel: leren schrijven van het kilowoord met -ieel en -iaal.
Slide 1 - Slide
Noem luchtwoorden van het versje
Slide 2 - Mind map
Noem 5 ei-woorden
Slide 3 - Mind map
We oefenen met het klankgroepenwoord
1. sociaal
2. financieel
Slide 4 - Slide
Welke tijd? Erik heeft broccoli gegeten.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 5 - Quiz
Welke tijd? Kilian at liever sperziebonen
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 6 - Quiz
Welke tijd? Lust jij ook bloemkool?
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 7 - Quiz
Werkwoorden
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd altijd stam + t, behalve bij ik en als jij erachter staat.
De stam is de ik-vorm: rennen, ik ren, dus ren is de stam.
Rennen:
Ik ren - hij rent - ren jij? (stam+t: ren + t = hij rent)
Binden:
Ik bind - hij bindt - bind jij? (stam+t: bind + t= hij bindt)
Slide 8 - Slide
Tegenwoordige tijd. Vul het werkwoord in: houden ik ............. de man................. ...............jij?
Slide 9 - Open question
Vul het werkwoord in: houden Tegenwoordige tijd: de man........................ Verleden tijd: de man......................... Voltooide tijd: de man..........................
Slide 10 - Open question
Vul het werkwoord in: schelden Tegenwoordige tijd: de man........................ Verleden tijd: de man......................... Voltooide tijd: de man..........................
Slide 11 - Open question
Vul het werkwoord in: gebieden Tegenwoordige tijd: de kapitein........................ Verleden tijd: de kapitein......................... Voltooide tijd: de kapitein..........................
Slide 12 - Open question
Instructie
Kilowoorden met -ieel of -iaal. Regel: kilowoord. Ik hoor de ie, maar schrijf de i.
Woorden die eindigen op -ieel, zijn ook eel-woorden: Eel-woord ik schrijf ee.
1. de liniaal 2. officieel
Slide 13 - Slide
Instructie kilowoorden
1. materiaal 2. geniaal 3. industrieel
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Oefendictee
Stappenplan 1. Luister naar het woord 2. Zeg het hardop na 3. Denk na, welke categorieën zitten erin? 4. Typ het woord in 5. Controleer het woord --> ga daarna verder, door op het pijltje te klikken