H2 Formuleren

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Welkom!

Wat gaan we doen?

Korte schrijfopdracht

Terugblik H1 Formuleren

Formuleren H2

Zelfstandig aan het werk met de weektaak

5-minuten schrijfopdracht

Je hebt het huisdier van je docent ontvoerd.

Schrijf dreigende losgeldbrief.

agenda

dinsdag 16 november

maken H2 Formuleren

opdracht 1 t/m 3 + 5

Formuleren doelen

• Ik kan een zin correct begrenzen door het zetten van een komma of punt. 
• Ik kan een voegwoord correct gebruiken.
• Ik kan correct verwijzen naar de- en het-woorden.

opdracht

Zet hoofdletters en leestekens op de juiste plaats.

Neem de hele zin over.

hoewel het vroeg donker is loopt meneer hofstede s avonds nog graag een rondje door het bos

Formuleren H2

Ik kan correct verwijzen naar de- en het-woorden.

de/het

Een zelfstandig naamwoord is een de-woord of een het-woord. De-woorden zijn mannelijk (m) of vrouwelijk (v), het-woorden zijn onzijdig (o). Dat noem je het woordgeslacht. 

woordgeslacht

Je kunt het woordgeslacht opzoeken in een (online) woordenboek.

- radio, de (m) = mannelijk

- discotheek, de (v) = vrouwelijk – gevoel, het (o) = onzijdig

Let op: verkleinwoorden zijn altijd onzijdig: radiootje, het (o)

woordgeslacht

Bij mannelijke en vrouwelijke woorden gebruik je deze en die:

- de radio, deze radio, die radio

- de discotheek, deze discotheek, die discotheek

Bij onzijdige woorden gebruik je dit en dat:

- het gevoel, dit gevoel, dat gevoel; het radiootje, dit radiootje, dat radiootje

een

Als het lidwoord een gebruikt wordt, kun je aan een bijvoeglijk naamwoord zien of je met een de-woord of een het-woord te maken hebt. Voorbeeld:

- de sterke man – een sterke man

- het mooie paard – een mooi- paard

verwijswoorden

Verwijswoorden wijzen meestal terug naar een woord dat eerder genoemd is. Naar de-woorden verwijs je met deze en die, naar het-woorden met dit en dat.

- Zie je de beker? Die krijgen we als we het toernooi winnen.

- Het theater dat morgen geopend wordt, is erg groot.

verwijzen naar een zin

Wil je naar een hele zin verwijzen, dan doe je dat met het woordje dat:

- Julia wint The Voice of Holland en dat vinden haar fans geweldig.

Ken je het jongetje ... daar staat?

1. die
2. dat
3. deze
4. dit

Het slachtoffer heeft een grote wond opgelopen, ... lastig zal genezen.

1. die
2. dat
3. deze
4. dit

Ik hoop dat de docent de afspraak ... we gemaakt hebben ook echt na zal komen.

1. die
2. dat
3. deze
4. dit

Mijn broertje won gisteren zijn eerste atletiekwedstrijd en ... vond ik geweldig!

1. die
2. dat
3. deze

Mijn broertje won gisteren zijn eerste atletiekwedstrijd en ... vond ik geweldig!

1. die
2. dat
3. deze

Ik kan nu

• een zin correct begrenzen door het zetten van een komma of punt. 
• een voegwoord correct gebruiken.
• op de juiste manier verwijzen naar de- en het-woorden.

zelfstandig werken

8 - 12 november

maken H2 Formuleren

opdracht 1 t/m 3 + 5