3 havo 2.3 deel 1

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 2

Paragraaf 3

Hefbomen

Deel 1/2

Deze les

Uitleg hefbomen

Maken 2.3 opgave 1 t/m 4

Hefbomen

Hefboom

Een hefboom heeft altijd een draaipunt

En er werken meerdere krachten op

De afstand van een kracht tot het draaipunt noem je: 

de arm van de kracht

Hefboom

Evenwicht

Wanneer een hefboom niet in evenwicht is, 

gaat hij ronddraaien rondom het draaipunt

Met de klok mee = rechtsom

Tegen de klok in = linksom

Dit wil je (meestal) niet

Evenwicht

Of een hefboom in evenwicht is, hangt niet alleen af van 

• de krachten die er op werken
  
  maar ook van:
  
• de armen van de krachten
  
  
  

Evenwicht

Over het algemeen geldt: 

Grote kracht = kleine arm

Kleine kracht = grote arm

Om dat evenwicht netjes uit te kunnen rekenen, 
gebruik je het moment

Met afkortingen:     

                         

M = moment in Nm

F = kracht in N

r = arm in m

Moment=Kracht⋅Arm

M=F⋅r

Voorbeeld

M (rechtsom) = F * r = 300 N * 0,5 m = 150 Nm

Bereken het moment linksom met M = F * r

Momentenwet (hefboomwet)

Voor hefbomen die in evenwicht zijn geldt:

alle momenten linksom zijn samen gelijk aan alle momenten rechtsom

M​1​​+M​2​​+..(linksom)=M​1​​+M​2​​+..(rechtsom)

Voorbeeld

M (rechtsom) = F * r = 300 N * 0,5 m = 150 Nm

M (linksom) = F *r = 200 N * 0,75 m = 150 Nm

Deze hefboom is in evenwicht

Antwoord

Linksom: M₁ = F₁ * r₁ = 600 * 1,5 = 900 Nm

Rechtsom: M₂ = F₂ * r₂ = 200 * 1,5 = 300 Nm

M₃ = F₃ * r₃ = 300 *2 = 600 Nm

Totaal rechtsom: M₂ + M₃ = 300 + 600 = 900 Nm

M_linksom  = M _rechtsom dus deze hefboom is in evenwicht

Antwoord

M_rechtsom = F * r = 200 * 2 = 400 Nm

De hefboom is in evenwicht dus 

M_linksom = M_rechtsom = 400 Nm

M_{linksom = F * r}

_{400 = 800 *r}

_{r = 400/800 = 0,5 m}

Oefenen

Huiswerk: maken 2.3 opgave 1 t/m 4