Pijnmedicatie

Pijnmedicatie
PdJ
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Pijnmedicatie
PdJ

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe zit je er aan het begin van deze les bij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Wat weet je nog van de vorige les over medicijnen?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Aan het eind van de les kun je vertellen:
  • Wat voor soort medicijnen het zijn
  • Welke soorten er zijn
  • Wat de verschillen zijn

  • Wat zijn je eigen leervragen over pijnmedicatie?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al van pijnmedicatie?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Soorten pijn
  • Acute pijn
  • Chronische pijn

  • Weefselpijn - nociceptieve pijn
  • Zenuwpijn - neuropatische pijn

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe heet de medicijngroep waar pijnmedicatie onder valt?
A
Analgetica
B
Benzodiazepinen
C
Diuretica
D
Parasympathicolytica

Slide 7 - Quiz

Benzodiazepinen: bij angst en onrust
Diuretica: vochtafdrijvende medicatie
Parasympathicolytica: luchtwegverwijders
Pijnladder WHO
  1. Paracetamol of NSAID (non-steroidal anti-inflammatory drugs): diclofenac, ibuprofen, naproxen
  2. Zwak opioïd: codeïne, tramadol
  3. Sterk opioïd oraal of pleister: 
    morfine, oxicodon, fentanyl
  4. Sterk opioïd injectie: morfine sc. of iv.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Werking
  • Medicatie uit stap 1 en 2 versterkt elkaar:
    bijv. paracetampol en codeïne
  • Medicatie uit stap 2 en 3 kan
    beter niet worden gecombineerd.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bijwerkingen 
  • NSAID's: schadelijk voor de maag, verhoogde bloeddruk, verminderde bloedstolling, vermindering van de nierfunctie en het vasthouden van vocht
  • Opioïden: obstipatie, misselijkheid,
    braken en duizeligheid.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Zet de pijnmedicatie in de juiste volgorde van de pijnladder
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Bij welke groep hoort
dit medicijn?
A
NSAID
B
Zwak opioïd
C
Paracetamol
D
Sterk opioïd

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Sterk opioïd

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Bij welke groep hoort
dit medicijn?
A
NSAID
B
Zwak opioïd
C
Paracetamol
D
Sterk opioïd

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Zwak opioïd

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Bij welke groep hoort
dit medicijn?
A
NSAID
B
Zwak opioïd
C
D
Sterk opioïd

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

NSAID's 

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Bij welke groep hoort
dit medicijn?
A
NSAID
B
Zwak opioïd
C
D
Sterk opioïd

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke groep hoort
dit medicijn?
A
NSAID
B
Zwak opioïd
C
D
Sterk opioïd

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Een zorgvrager heeft pijn door artrose.
Welke pijnmedicatie zal hij waarschijnlijk krijgen?
A
B
C
D

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat heb je geleerd over pijnmedicatie?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Vertel in eigen woorden:
  • Wat voor soort medicijnen het zijn
  • Welke soorten er zijn
  • Wat de verschillen zijn

  • Wat zijn nu je leervragen over pijnmedicatie?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welk cijfer geef je deze les?
110

Slide 23 - Poll

This item has no instructions