Hoe vind ik de persoonsvorm (PV)?
Manier 2: de tijdproef
Zet de zin in een andere tijd: maak van de tegenwoordige tijd de verleden tijd of andersom:
– Jay wordt met de auto naar de bioscoop gebracht.
– Jay werd met de auto naar de bioscoop gebracht.
Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.